Duur en beëindiging van je kort verblijf als derdelander

In het kort

Als derdelander heb je recht om in België te verblijven voor de duur van je visum.

Ben je niet visumplichtig of heb je een verblijfsrecht van meer dan 3 maanden in een andere Schengenlidstaat , dan mag je 90 dagen in België verblijven binnen een periode van 180 dagen. 

Je kort verblijf als derdelander kan of moet in specifieke gevallen beëindigd worden. 

Wat is de duur van je kort verblijf als derdelander?

Als derdelander heb je recht om in België te verblijven voor de duur van je visum.
Ben je niet visumplichtig of heb je een verblijfsrecht van meer dan 3 maanden in een andere Schengenlidstaat, dan mag je 90 dagen in België verblijven binnen elke periode van 180 dagen. 

Je overschrijdt de termijn van 90 dagen wanneer je in één keer of door verschillende korte opeenvolgende verblijven in de Schengenzone meer dan 90 dagen verbleven hebt in de referentieperiode van 180 dagen. 

Hoe bereken je de duur van je kort verblijf?

Voor de duur van je kort verblijf kijk je eerst naar de referentieperiode van 180 dagen. Daarna bereken je de duur van je kort verblijf van 90 dagen met behulp van de calculator voor kort verblijf.

Referentieperiode van 180 dagen

De referentieperiode is de periode van 180 dagen die aan elke 'dag van verblijf' voorafgaat. Dat betekent dat je op elke dag van het verblijf terugkijkt op de laatste 180 dagen om na te gaan of de 90 dagen binnen een periode van 180 dagen gerespecteerd werden. De referentieperiode is dus veranderlijk. 

Duur van het kort verblijf van 90 dagen

Voor de berekening van de duur van het kort verblijf wordt enkel rekening gehouden met verblijven in de Schengenlidstaten. Er wordt niet gekeken naar:

  • je perioden van verblijf in een Schengenlidstaat die zijn toegestaan op grond van een verblijfsvergunning (bijvoorbeeld een elektronische verblijfskaart) of een visum voor verblijf van langere duur.    
  • je verblijven in de niet-Schengenlidstaten: Bulgarije, Cyprus, Ierland en Roemenië.

Een ononderbroken periode van afwezigheid van 90 dagen of meer van het Schengengrondgebied laat een nieuw verblijf van 90 dagen toe.

Wanneer kan je kort verblijf als derdelander worden beëindigd?

Je kort verblijf als derdelander kan worden beëindigd wanneer:
  1. je gedrag geacht wordt de openbare orde of de nationale veiligheid te kunnen schaden.
  2. de minister acht dat je de internationale betrekkingen van België of van een Schengenlidstaat kan schaden.
  3. je niet voldoende bestaansmiddelen hebt voor de duur van het voorgenomen verblijf en voor de terugreis naar het land van oorsprong of voor de doorreis naar een derde staat waar je toelating is gewaarborgd, en je niet in staat bent deze middelen wettelijk te verwerven.
  4. je aangetast bent door een ziekte of gebrek opgesomd in de bijlage bij de Verblijfswet.
  5. je een beroepsbedrijvigheid als zelfstandige of in ondergeschikt verband uitoefent zonder vereiste machtiging.
  6. de Belgische overheden je moeten overdragen naar overeenkomst sluitende staten, met toepassing van internationale overeenkomsten of akkoorden die België binden of de geldende bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten van de Europese Unie.
Je kort verblijf als derdelander moet worden beëindigd wanneer: 
  1. je in België verblijft zonder de vereiste binnenkomstdocumenten.
  2. je binnen de referteperiode van zes maanden langer dan drie maanden in België verblijft of er niet in slaagt het bewijs te leveren dat je deze termijn niet overschreed.
  3. je gesignaleerd staat met het oog op weigering van toegang in het Schengeninformatiesysteem II (SIS II) of in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG).
  4. de overheden van de overeenkomst sluitende staten je ter verwijdering van het grondgebied van deze staten overdragen aan de Belgische overheden met toepassing van de internationale overeenkomsten of akkoorden die België binden of met toepassing van op 13 januari 2009 geldende bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten van de Europese Unie en België.
  5. je sedert minder dan tien jaar werd teruggewezen uit België of uitgezet en de maatregel niet werd opgeschort of ingetrokken.
  6. je het voorwerp uitmaakt van een inreisverbod dat noch opgeschort noch opgeheven is. 
Fraude

Bovendien kan de minister of DVZ je machtiging of toelating tot verblijf intrekken op basis van de algemene fraudebepaling van artikel 74/20 van de Verblijfswet wanneer je voor het verkrijgen van de machtiging of de erkenning van de toelating:

  1. valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten hebt gebruikt
  2. fraude hebt gepleegd of
  3. andere onwettige middelen hebt gebruikt die hebben bijgedragen tot het verkrijgen van het verblijf

Bij het nemen van een dergelijke beslissing moet de minister of DVZ rekening houden met:

  • de aard en de hechtheid van je gezinsband,
  • de duur van je verblijf in België,
  • het bestaan van familiebanden en
  • het bestaan van culturele of sociale banden met je land van herkomst.