Rechtbank van eerste aanleg Brussel - 07/202/C - 12-03-2007

Samenvatting

Uit de uiteenzettingen van de verzoeker blijkt dat hij gelet op zowel de procedure van asielaanvraag als op de procedure gericht op het bekomen van een machtiging tot verblijf, tijdelijk en voorlopig in België mag verblijven, over een immatriculatie attest en over een arbeidskaart beschikt. De verzoeker bewijst niet dat hij op dit ogenblik in dienstverband werkt en toont evenmin aan dat de geldigheid van zijn arbeidskaart binnenkort zou verstrijken en niet meer zou worden vernieuwd. Er wordt niet ingezien in hoever de vordering die de verzoeker formuleert en die erop is gericht hem tijdelijk een verblijfsvergunning af te leveren. in de gegeven omstandigheden enig hoogdringend karakter zou hebben.