Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 198.849 - 29-01-2018

Samenvatting

De Raad merkt op dat uit het voorgelegde administratief dossier weliswaar blijkt dat door de sociale inspectie werd vastgesteld dat verschillende niet overeenstemmende verklaringen werden afgelegd inzake de tewerkstelling van de echtgenote van de verzoekende partij en dat deze vrouw bij een controle niet aanwezig was op haar arbeidsplek, doch dat tevens door deze inspectiediensten werd geduid dat hieruit niet zonder meer kan worden gededuceerd dat zij niet effectief werkt, “gezien haar afwezigheid bij controle kan worden gerechtvaardigd door ziekte, verlof, toegestane afwezigheid, …” en dat ook niet kon worden besloten dat “het haar uitbetaalde loon een vergoeding zou zijn voor schijnhuwelijk en dat haar DIMONA-melding bijgevolg onterecht is”.
 
Het is kennelijk onredelijk om op basis van “twijfels” omtrent de effectieve tewerkstelling van een persoon te oordelen dat de loonfiches met betrekking tot deze persoon niet in overweging dienen te worden genomen.