Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 181.179 - 24-01-2017

Samenvatting

Blijkens de bijlagen 26, opgenomen in de administratieve dossiers, verklaarden verzoekende partijen tijdens het onderzoek van hun asielaanvraag de bijstand te verzoeken van een tolk die de taal Arabisch
beheerst. Zij werden er overeenkomstig artikel 51/4, § 2 van de voormelde wet van 15 december 1980
(Vreemdelingenwet) van in kennis gesteld dat hun asielaanvraag door de bevoegde asielinstanties zou
worden behandeld in het Nederlands.
 
Derhalve is het Nederlands overeenkomstig het gestelde in artikel 51/4, § 3 van de Vreemdelingenwet
de taal die wordt gebruikt bij de onderhavige procedure voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
(RvV).
 
Artikel 39/69, § 1, tweede lid van de Vreemdelingenwet bepaalt omtrent verzoekschriften die worden ingediend tegen beslissingen van de Commissaris - generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen het volgende:
“Het verzoekschrift moet op straffe van nietigheid :
(…)
4° een uiteenzetting van de feiten en de middelen bevatten die ter ondersteuning van het beroep
worden ingeroepen;
(…)
6° ingediend worden in het Nederlands of het Frans, afhankelijk van de taal van de behandeling zoals
bepaald met toepassing van artikel 51/4;
(…)”
 
Uit het voorgaande blijkt dat de feiten waarop verzoekende partijen zich ter ondersteuning van onderhavig beroep wensen te beroepen in het Nederlands en in het verzoekschrift dienen te worden opgenomen.
 
Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 21 december 2006 houdende de rechtspleging voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (PR RvV) bepaalt:
“De stukken waarvan de partijen willen gebruik maken worden in originele vorm of onder vorm van een
kopie voorgelegd en dienen, indien zij in een andere taal dan deze van de rechtspleging werden opgesteld, vergezeld te zijn van een voor eensluidend verklaarde vertaling. Bij gebreke aan een dergelijke vertaling, is de Raad niet verplicht deze documenten in overweging te nemen.”
 
Waar verzoekende partijen in het verzoekschrift een aantal niet eerder aangevoerde en nieuwe feiten aanvoeren en in dit kader meermaals verwijzen naar de uitgebreide en bij het verzoekschrift gevoegde verklaring, dient te worden vastgesteld dat deze verklaring en de hierin vermelde feiten niet worden aangereikt in de taal van de procedure doch wel in het Frans.
 
De Raad stelt vast dat de bij het verzoekschrift gevoegde stuk (stuk drie) niet voorzien is van een voor
eensluidende vertaling in het Nederlands. Tevens blijkt dat deze verklaring aangewend wordt als een onderdeel van de inhoud van het verzoekschrift waaromtrent de Raad zich zou moeten uitspreken. Deze verklaring, zoals gevoegd bij het verzoekschrift en waarnaar wordt verwezen in het verzoekschrift, wordt bij toepassing van artikel 8 PR RvV door de Raad niet in overweging genomen aangezien deze niet vergezeld is van een voor eensluidende vertaling in het Nederlands.
 
Bijgevolg wordt in hetgeen volgt met de voormelde verklaring en feiten slechts rekening gehouden in de mate waarin zij in het Nederlands en in het verzoekschrift worden aangevoerd.
Blijkens de bijlagen 26, opgenomen in de administratieve dossiers, verklaarden verzoekende partijen tijdens het onderzoek van hun asielaanvraag de bijstand te verzoeken van een tolk die de taal Arabisch
beheerst. Zij werden er overeenkomstig artikel 51/4, § 2 van de voormelde wet van 15 december 1980
(Vreemdelingenwet) van in kennis gesteld dat hun asielaanvraag door de bevoegde asielinstanties zou
worden behandeld in het Nederlands.
 
Derhalve is het Nederlands overeenkomstig het gestelde in artikel 51/4, § 3 van de Vreemdelingenwet
de taal die wordt gebruikt bij de onderhavige procedure voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
(RvV).
 
Artikel 39/69, § 1, tweede lid van de Vreemdelingenwet bepaalt omtrent verzoekschriften die worden
ingediend tegen beslissingen van de Commissaris - generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen het
volgende:
“Het verzoekschrift moet op straffe van nietigheid :
(…)
4° een uiteenzetting van de feiten en de middelen bevatten die ter ondersteuning van het beroep
worden ingeroepen;
(…)
6° ingediend worden in het Nederlands of het Frans, afhankelijk van de taal van de behandeling zoals
bepaald met toepassing van artikel 51/4;
(…)”
 
Uit het voorgaande blijkt dat de feiten waarop verzoekende partijen zich ter ondersteuning van
onderhavig beroep wensen te beroepen in het Nederlands en in het verzoekschrift dienen te worden
opgenomen.
 
Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 21 december 2006 houdende de rechtspleging voor de Raad
voor Vreemdelingenbetwistingen (PR RvV) bepaalt:
“De stukken waarvan de partijen willen gebruik maken worden in originele vorm of onder vorm van een
kopie voorgelegd en dienen, indien zij in een andere taal dan deze van de rechtspleging werden
opgesteld, vergezeld te zijn van een voor eensluidend verklaarde vertaling.
Bij gebreke aan een dergelijke vertaling, is de Raad niet verplicht deze documenten in overweging te
nemen.”
 
Waar verzoekende partijen in het verzoekschrift een aantal niet eerder aangevoerde en nieuwe feiten
aanvoeren en in dit kader meermaals verwijzen naar de uitgebreide en bij het verzoekschrift gevoegde verklaring, dient te worden vastgesteld dat deze verklaring en de hierin vermelde feiten niet worden
aangereikt in de taal van de procedure doch wel in het Frans.
 
De Raad stelt vast dat de bij het verzoekschrift gevoegde stuk (stuk drie) niet voorzien is van een voor
eensluidende vertaling in het Nederlands. Tevens blijkt dat deze verklaring aangewend wordt als een
onderdeel van de inhoud van het verzoekschrift waaromtrent de Raad zich zou moeten uitspreken.
Deze verklaring, zoals gevoegd bij het verzoekschrift en waarnaar wordt verwezen in het verzoekschrift,
wordt bij toepassing van artikel 8 PR RvV door de Raad niet in overweging genomen aangezien deze
niet vergezeld is van een voor eensluidende vertaling in het Nederlands.
 
Bijgevolg wordt in hetgeen volgt met de voormelde verklaring en feiten slechts rekening gehouden in de
mate waarin zij in het Nederlands en in het verzoekschrift worden aangevoerd.