Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 187.081 - 19-05-2017

Samenvatting

Verzoekende partij uit in haar verzoekschrift onder meer kritiek op de tweede weigeringsgrond in de bestreden beslissing, met name de vaststelling dat niet is aangetoond dat er een toereikende en geldige medische reisverzekering is afgesloten.
 
(…)
 
Uit nazicht van het administratief dossier blijkt dat de verzoekende partij bij haar aanvraag tot de afgifte van een visum voor kort verblijf inderdaad een bewijs van het afsluiten van een medische reisverzekering heeft voorgelegd, opgesteld door “AXA assistance” op 14 april 2015. In dit document wordt aangegeven dat deze medische reisverzekering geldig is van 16 mei 2015 tot 13 augustus 2015. Dit gegeven wordt op zich niet betwist in het verzoekschrift. De Raad stelt verder vast dat uit het aanvraagformulier van het Schengenvisum, dat zich tevens in het administratief dossier bevindt, blijkt dat een visum wordt aangevraagd voor meerdere binnenkomsten, voor de maximale verblijfsduur van 90 dagen. Bij de voorziene datum van aankomst in de Schengenzone wordt vermeld: “25/6/2015”. Bij de voorziene uitreisdatum uit de Schengenzone wordt vermeld: “25/8/2015”. Dit gegeven wordt op zich evenmin betwist in het verzoekschrift.
 
De Raad merkt op dat het verzoekende partij, conform artikel 15 van de Visumcode toekwam om het volgende bewijs voor te leggen:
“1. Aanvragers van een eenvormig visum voor één of twee binnenkomsten dienen aan te tonen dat zij in het bezit zijn van een toereikende en geldige medische reisverzekering ter dekking van eventuele uitgaven voor repatriëring om medische redenen, dringende medische zorg en/of spoedbehandeling in een ziekenhuis of wegens overlijden tijdens hun verblijf op het grondgebied van de lidstaten.
2. Aanvragers die een eenvormig visum voor meer dan twee binnenkomsten (“meerdere binnen-komsten”) aanvragen, dienen aan te tonen dat zij in het bezit zijn van een toereikende en geldige medische reisverzekering voor de duur van hun eerste voorgenomen bezoek.
Daarnaast ondertekenen dergelijke aanvragers de in het aanvraagformulier opgenomen verklaring waarmee zij bevestigen dat het hun bekend is dat zij bij een volgend verblijf een medische reisverzekering dienen te hebben afgesloten.
3. De verzekering dient geldig te zijn op het gehele grondgebied van de lidstaten en bestrijkt de gehele duur van het voorgenomen verblijf (eigen onderlijning) of de doorreis van de betrokkene. De minimumdekking bedraagt 30 000 EUR”
 
 
Zoals gesteld, heeft verzoekende partij in haar aanvraagformulier duidelijk aangegeven op 25 juni 2015 aan te komen op het Schengengrondgebied en op 25 augustus 2015 het Schengengrondgebied te verlaten, terwijl de voorgelegde medische reisverzekering geldig is van 16 mei 2015 tot 13 augustus 2015. De Raad benadrukt dat uit artikel 15.2 en 15.3 van de Visumcode volgt dat de geldigheid van de medische reisverzekering de gehele duur van het voorgenomen verblijf dient te bestrijken, of minstens de duur van het eerste voorgenomen bezoek indien een visum voor meerdere binnenkomsten werd gevraagd. Uit het voorgelegde reisverzekeringsdocument blijkt echter dat de verzekeringsperiode eindigt 12 dagen voor het voorziene vertrek uit de Schengenzone. De Raad kan dan ook niet anders dan vaststellen dat de verzoekende partij niet is verzekerd voor de in artikel 15 van de Visumcode vermelde risico’s voor de duur van haar eerste voorgenomen verblijf op het Schengengrondgebied.
“Verzoekende partij uit in haar verzoekschrift onder meer kritiek op de tweede weigeringsgrond in de bestreden beslissing, met name de vaststelling dat niet is aangetoond dat er een toereikende en geldige medische reisverzekering is afgesloten.
(…)
3.14. Uit nazicht van het administratief dossier blijkt dat de verzoekende partij bij haar aanvraag tot de afgifte van een visum voor kort verblijf inderdaad een bewijs van het afsluiten van een medische reisverzekering heeft voorgelegd, opgesteld door “AXA assistance” op 14 april 2015. In dit document wordt aangegeven dat deze medische reisverzekering geldig is van 16 mei 2015 tot 13 augustus 2015. Dit gegeven wordt op zich niet betwist in het verzoekschrift. De Raad stelt verder vast dat uit het aanvraagformulier van het Schengenvisum, dat zich tevens in het administratief dossier bevindt, blijkt dat een visum wordt aangevraagd voor meerdere binnenkomsten, voor de maximale verblijfsduur van 90 dagen. Bij de voorziene datum van aankomst in de Schengenzone wordt vermeld: “25/6/2015”. Bij de voorziene uitreisdatum uit de Schengenzone wordt vermeld: “25/8/2015”. Dit gegeven wordt op zich evenmin betwist in het verzoekschrift.
De Raad merkt op dat het verzoekende partij, conform artikel 15 van de Visumcode toekwam om het volgende bewijs voor te leggen:
“1. Aanvragers van een eenvormig visum voor één of twee binnenkomsten dienen aan te tonen dat zij in het bezit zijn van een toereikende en geldige medische reisverzekering ter dekking van eventuele uitgaven voor repatriëring om medische redenen, dringende medische zorg en/of spoedbehandeling in een ziekenhuis of wegens overlijden tijdens hun verblijf op het grondgebied van de lidstaten.
2. Aanvragers die een eenvormig visum voor meer dan twee binnenkomsten (“meerdere binnen-komsten”) aanvragen, dienen aan te tonen dat zij in het bezit zijn van een toereikende en geldige medische reisverzekering voor de duur van hun eerste voorgenomen bezoek.
Daarnaast ondertekenen dergelijke aanvragers de in het aanvraagformulier opgenomen verklaring waarmee zij bevestigen dat het hun bekend is dat zij bij een volgend verblijf een medische reisverzekering dienen te hebben afgesloten.
3. De verzekering dient geldig te zijn op het gehele grondgebied van de lidstaten en bestrijkt de gehele duur van het voorgenomen verblijf (eigen onderlijning) of de doorreis van de betrokkene. De minimumdekking bedraagt 30 000 EUR”
Zoals gesteld, heeft verzoekende partij in haar aanvraagformulier duidelijk aangegeven op 25 juni 2015 aan te komen op het Schengengrondgebied en op 25 augustus 2015 het Schengengrondgebied te verlaten, terwijl de voorgelegde medische reisverzekering geldig is van 16 mei 2015 tot 13 augustus 2015. De Raad benadrukt dat uit artikel 15.2 en 15.3 van de Visumcode volgt dat de geldigheid van de medische reisverzekering de gehele duur van het voorgenomen verblijf dient te bestrijken, of minstens de duur van het eerste voorgenomen bezoek indien een visum voor meerdere binnenkomsten werd gevraagd. Uit het voorgelegde reisverzekeringsdocument blijkt echter dat de verzekeringsperiode eindigt 12 dagen voor het voorziene vertrek uit de Schengenzone. De Raad kan dan ook niet anders dan vaststellen dat de verzoekende partij niet is verzekerd voor de in artikel 15 van de Visumcode vermelde risico’s voor de duur van haar eerste voorgenomen verblijf op het Schengengrondgebied.”