Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 180.888 - 18-01-2017

Samenvatting

Op basis van de gegevens vervat in het administratief dossier concludeert de Raad dat tweede verzoeker, zoontje An., nog steeds de procedure van zijn moeder, eerste verzoekster, volgt en dat de weigeringsbeslissing van het CGVS ten aanzien van zijn moeder derhalve ook op hem van toepassing is. Echter, op dezelfde dag als de weigeringsbeslissing ten aanzien van de moeder (eerste verzoekster) werden de echtgenoot van eerste verzoekster en hun dochtertje A. als vluchteling erkend. Daar thans ontegensprekelijk is komen vast te staan dat de echtgenoot van eerste verzoekster de vader is van beide kinderen, hijzelf en de dochter A. als vluchteling werden erkend en niet kan worden ingezien op welke grond de twee kinderen verschillend behandeld zouden moeten worden, past het om ook de vluchtelingenstatus van tweede verzoeker (zoontje An.) te erkennen. De asielaanvraag van de moeder, eerste verzoekster wordt geweigerd omwille van de ongeloofwaardigheid van haar asielrelaas. Erkenning tweede verzoekende partij.