Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 193.777 - 17-10-2017

Samenvatting

Voorafgaandelijk merkt de Raad op dat waar de eerste bestreden beslissing is gesteund op zowel § 3, 4° als § 3, 5° van artikel 9ter van de Vreemdelingenwet het evident is dat deze beide toepassings-gevallen elkaar uitsluiten. Ofwel zijn er, in geval van een meervoudige verblijfsaanvraag op grond van artikel 9ter van de Vreemdelingenwet, geen nieuwe elementen in vergelijking met een vorige aanvraag op deze grond, en in dit geval dient toepassing te worden gemaakt van artikel 9ter, § 3, 5° van de Vreemdelingenwet, oftewel is er wel degelijk sprake van nieuwe elementen in vergelijking met een vorige aanvraag op deze grond, en in dat geval vindt voormelde wetsbepaling geen toepassing doch dient een nieuwe inhoudelijke beoordeling plaats te vinden. In casu – en gelet op het gestelde in de eerste bestreden beslissing dat “het voorgelegde medische getuigschrift (en bijlagen) bevat eveneens medische elementen die niet eerder werden aangehaald door betrokkene”, waarna toepassing wordt gemaakt van artikel 9ter, § 3, 4° van de Vreemdelingenwet – dient te worden aangenomen dat de eerste bestreden beslissing wezenlijk is gesteund op deze laatste wetsbepaling en in geen geval een voldoende grondslag kan vinden in artikel 9ter, § 3, 5° van de Vreemdelingenwet.