Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 201.162 - 15-03-2018

Samenvatting

Aan de Raad is geen bepaling bekend die de verwerende partij belet om, na een vernietiging, zich niet opnieuw te beroepen op de ambtenaar-geneesheer die al eerder een advies had uitgevaardigd in hetzelfde dossier, en verzoekers tonen het bestaan van een dergelijke bepaling ook niet aan. Derhalve komt het aan de verzoekers toe om de vooringenomenheid en het gebrek aan objectiviteit met concrete argumenten aan te tonen. Het gegeven dat de ambtenaar-geneesheer in een nieuw advies opnieuw tot de vaststelling komt dat de aandoening van verzoekster niet van die aard is dat zij de toekenning van een verblijfsmachtiging rechtvaardigt, is op zich niet van aard om een gebrek aan objectiviteit aannemelijk te maken. Het advies is overigens uitgevaardigd met respect voor hetgeen in het vernietigingsarrest werd vastgesteld.