Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 209.164 - 11-09-2018

Samenvatting

Verzoeker dient op 19 januari 2018 een aanvraag om machtiging tot verblijf op grond van artikel 9ter van de vreemdelingenwet in. Bij deze aanvraag voegt hij een militaire kaart (+ beëdigde vertaling) en een geboorteakte (+ beëdigde vertaling) De verwerende partij heeft deze aanvraag onontvankelijk verklaard omdat verzoeker met betrekking tot de militaire kaart niet heeft aangetoond dat deze niet werd verkregen op basis van loutere verklaringen en de geboorteakte niet toelaat een fysieke band vast te stellen tussen de titularis en verzoeker. De aanvraag werd dus onontvankelijk verklaard met toepassing van artikel 9ter, § 3, 2° van de vreemdelingenwet.
 
Verzoeker wijst erop dat de militaire kaart een officiële kaart is, afgeleverd door het Ministerie van Defensie, in het kader van de militaire dienstplicht in Algerije. Uit nazicht van de beëdigde vertaling van de militaire kaart kan verzoeker worden gevolgd waar hij stelt dat dit document, afgeleverd door het Ministerie van Defensie en ondertekend door de directeur van het rekruteringscentrum, dat dient als bewijs van het feit dat verzoeker werd vrijgesteld van zijn legerdienst en dat hij bij controles dient te tonen, niet het type document is waar verzoeker op basis van verklaringen om het even wat op kan laten zetten. Bovendien, zoals verzoeker stelt, stemmen de identiteitsgegevens op de kaart overeen met de geboorteakte die verzoeker voorlegt en waarvan de echtheid evenmin wordt betwist.
 
Verweerder kan bezwaarlijk stellen dat verzoeker met betrekking tot de militaire kaart, afgeleverd door een overheid en voorzien van de nodige gegevens ter verificatie, dient aan te tonen dat deze kaart niet werd verkregen op basis van loutere verklaringen. Uit de aard (een militaire kaart, afgeleverd door het ministerie van defensie en ondertekend door de directeur van het rekruteringscentrum), het doel (controle op het naleven van de verplichte legerdienst) en de inhoud (bij verlies of diefstal verplicht aangifte te doen) blijkt, zoals verzoeker terecht opmerkt, dat het document een officieel overheidsdocument is waarbij uit niets blijkt dat deze wordt verkregen op basis van loutere verklaringen.
 
Door de aanvraag van verzoeker onontvankelijk te verklaren, louter omdat niet is aangetoond dat de militaire kaart niet werd verkregen op basis van loutere verklaringen, zonder de echtheid van het document te betwisten of in twijfel te trekken en waarvan de vermelde (identiteits-)gegevens bovendien worden bevestigd door de geboorteakte, schendt de verwerende partij de materiële motiveringsplicht in het licht van artikel 9ter van de vreemdelingenwet.