Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 189.393 - 4-07-2017

Samenvatting

Ter zitting bevestigt verzoeker dat hij tijdens zijn gehoren niet de waarheid heeft gesproken op aanraden van andere Somaliërs en dat hij uit Somalië in werkelijkheid gevlucht is omdat hij problemen kende met de clan van zijn stiefvader.
 
De Raad stelt vast dat 14 jaar was en dus beïnvloedbaar. Hij is inmiddels 16 jaar, gaat naar school en is omringd door personen die hem hebben aangezet de waarheid te vertellen. De Raad meent dat het dan ook redelijk voorkomt verzoeker opnieuw te horen over de werkelijke redenen die hem hebben aangezet zijn land te verlaten. Dit klemt te meer nu noch het administratief dossier noch het verzoekschrift informatie bevat over Baroso, Puntland en de Raad aldus evenmin de veiligheidssituatie aldaar en de beweerde “vijandigheid tussen de verschillende clans in Somalië” kan toetsen aan verzoekers aangehaalde herkomst uit Baroso, Puntland, en zijn “familie en clan gerelateerde problemen”.
 
In acht genomen wat voorafgaat en mede in aanmerking genomen dat de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de nodige onderzoeksbevoegdheid ontbeert, ontbreekt het de Raad aldus aan essentiële elementen om te komen tot de in artikel 39/2, § 1, tweede lid, 1° van de Vreemdelingenwet bedoelde bevestiging of hervorming zonder aanvullende onderzoeksmaatregelen te moeten bevelen. Bijgevolg dient de bestreden beslissing overeenkomstig artikel 39/2, § 1, tweede lid, 2° van de Vreemdelingenwet te worden vernietigd.