Raad van State - 173.956 - 10-08-2007

Samenvatting

De Vaste Beroepscommissie heeft op basis van een feitelijke en autonome appreciatie vastgesteld dat de verzoeker geen reëel risico loopt op ernstige schade in de zin van § 2 artikel 48/4 Vreemdelingenwet zodat zij heeft kunnen beslissen, zonder artikel 48/4 Vreemdelingenwet te schenden, om de status van subsidiaire bescherming niet toe te kennen.