Raad van State
125.397
Aanvraag artikel 9 lid 3 Vreemdelingenwet - buitengewone omstandigheden - geen ambassade in herkomstland - onontvankelijk - schending motiveringsplicht - schorsing in uiterst dringende noodzakelijkheid

Het argument dat er geen Belgische ambassade noch consulaat in het land van herkomst is, was voor de verzoekende partij van doorslaggevend belang om, in haar verzoek om machtiging op grond van artikel 9, derde lid van de Vreemdelingenwet, te trachten aan te tonen dat dit verzoek niet in het buitenland bij de bevoegde diplomatieke of consulaire post kon worden ingediend. De stelling dat dit op het Belgisch consulaat in Moskou kon gebeuren overtuigt niet, nu deze stad niet in het betrokken land van herkomst ligt en evenmin wordt aangegeven of die consulaire post ook deze is die bevoegd was voor de verblijfplaats van de verzoekende partij. Op het argument van de verzoekende partij werd niet behoorlijk geantwoord zodat de bestreden beslissing niet naar behoren met redenen is omkleed.