Raad van State - 222.317 - 30-01-2013

Samenvatting

Op basis van artikel 39/76, § 1 Vw. moet de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de hem voorgelegde nieuwe gegevens onderzoeken. Als de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen een nieuw gegeven niet in aanmerking neemt, moet hij de reden daarvoor opgeven en die reden moet uit zijn arrest blijken. Volgens artikel 39/76, derde lid Vw. mag de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen een nieuw gegeven alleen in aanmerking nemen als de partij die het nieuwe gegeven voorlegt aannemelijk maakt dat zij het nieuwe gegeven niet eerder in de procedure kon meedelen.                       
De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen baseert zich alleen op een ter terechtzitting van 18 januari 2012 neergelegd rapport van 24 augustus 2011 om de subsidiaire beschermingsstatus te weigeren. De verwerende partij gaf niet aan waarom het dat stuk niet eerder had meegedeeld, hetzij bij het nemen van de aanvankelijk bestreden beslissing, hetzij bij het indienen van de nota met opmerkingen. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen motiveert hierover niet in het bestreden arrest. Daardoor is  artikel 39/76, § 1, derde lid Vw. geschonden.