Vernietiging niet-inoverwegingname meervoudige asielaanvraag wegens verwestersing en veiligheidssituatie Kaboel

In de arresten nr. 196.023 en nr. 196.024 van 30 november 2017 vernietigt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) de beslissing van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) tot niet-inoverwegingname van een meervoudige asielaanvraag.

Aanvankelijk besloot de RvV tot een schriftelijke procedure maar de asielzoekers vroegen om gehoord te worden. De RvV oordeelt dat de aangebrachte landeninformatie rond verwestersing en de veiligheidssituatie rond Kabul, in combinatie met de persoonlijke kenmerken van de asielzoeker, een onderzoek ten gronde noodzakelijk maken.

De feiten

RvV arrest nr.196.023 gaat over de tweede asielaanvraag van een Afghaanse jongeman afkomstig uit het dorp Debdai in de provincie Ghazni. In de eerste asielprocedure werd geen geloof gehecht aan zijn herkomst en evenmin aan de problemen die hij zei gehad te hebben met de Taliban. De taskara, een kopie van zijn vaders taskara en foto’s van zichzelf in Afghanistan die hij bij de tweede asielaanvraag voorlegde, werden door het CGVS evenmin aanvaard als nieuwe elementen die de kans aanzienlijk groter maken dat de asielzoeker in aanmerking zou komen voor de erkenning als vluchteling of voor subsidiaire bescherming.

RvV arrest nr. 196.024 gaat over de derde asielaanvraag van een Afghaanse jongeman, reeds 6 jaar in België, en afkomstig uit het district Sangcharak in de provincie Sar-e-Pul. De eerdere asielaanvragen werden afgewezen omdat de problemen die hij in zijn dorp zou gehad hebben en het feit dat hij bij terugkeer naar Afghanistan als verwesterd en afvallig zou worden beschouwd niet aannemelijk waren. Verder waren zowel het CGVS als de RvV van oordeel dat er voor burgers uit dit district geen reëel risico was op ernstige schade als gevolg van willekeurig geweld. Het CGVS nam bij de derde asielaanvraag eveneens een beslissing tot niet-inoverwegingname.

Beoordeling RvV

In beide zaken besloot de RvV aanvankelijk dat de beroepen tegen de beslissingen tot niet-inoverwegingname met een schriftelijke procedure verworpen konden worden. Maar beide asielzoekers dienden een verzoek in om gehoord te worden. Op de zittingen haalden verzoekers verschillende documenten aan:

  • Een kaart waaruit blijkt dat de aanwezigheid van de Taliban in de regio’s Sar-e-Pul en Gazni, nagenoeg verdubbeld is
  • Een rapport van Amnesty International van augustus 2017 over terugkeerders
  • Een rapport Asylos van augustus 2017 over verwesterde terugkeerders

Aan de hand van deze informatie werd uitgebreid toegelicht dat de verslechterde situatie in Kabul een reëel risico bij terugkeer betekent voor de betrokken asielzoekers. Dit onder andere door het risico op gedwongen rekrutering en het feit dat zij bepaalde attitudes hebben die duiden op verwestersing, waardoor zij extra onder de aandacht zouden komen.

Omwille van deze nieuwe en actuele landeninformatie en de individuele kenmerken van de asielzoekers (de jonge leeftijd van beide en het verblijf van zes jaar in België van de ene), besluit de RvV dat de nieuwe asielaanvragen in overweging moeten genomen worden voor een onderzoek ten gronde. De RvV vernietigt de beslissingen van het CGVS.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen