RvV vernietigt asielweigering wegens onvoldoende onderzoek naar risico bij terugkeer van verwesterde Afghaanse jongeman

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) vernietigt in arrest nr. 181.307 een weigering van de vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS). De RvV beveelt verder onderzoek door het CGVS naar de vraag of actueel kan gesteld worden dat het verblijf in Kaboel van een Afghaanse verwesterde jongeman een gegronde vrees voor vervolging of een risico op ernstige schade kan inhouden.

De feiten

Een man van Afghaanse nationaliteit diende in 2012 een asielaanvraag in België in. Het CGVS weigerde de vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus. De man diende geen beroep in. Na asielaanvragen in Duitsland, Frankrijk en Italië diende de Afghaanse man in 2015 een tweede asielaanvraag in België in. Het CGVS weigerde opnieuw de toekenning van een beschermingsstatus. De man diende opnieuw geen beroep in. Kort daarna diende de Afghaanse man een derde asielaanvraag in. Hij verklaarde ook in de vorige twee asielaanvragen gelogen te hebben over onder meer zijn oorspronkelijk vluchtrelaas.

De Afghaanse man verklaarde bij de derde asielaanvraag dat hij zijn land van herkomst had verlaten omdat hij op jonge leeftijd gedwongen was uitgehuwelijkt aan de dochter van zijn tante. Hij zou na zes jaar huwelijk beslist hebben om te vluchten. De Afghaanse jongeman wees er ook op dat hij in België veranderde. Hij heeft een vrijere omgang met meisjes en vrouwen en herzag een aantal van zijn meningen. Zo gaat hij niet meer akkoord met de manier waarop vrouwen in Afghanistan behandeld worden.

Beoordeling RvV

Het CGVS hechtte geen geloof aan het nieuwe asielmotief van een gedwongen kindhuwelijk. Dat de Afghaanse man niet langer dezelfde persoon is als in zijn land van herkomst, volstaat voor het CGVS niet om te besluiten tot een gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op ernstige schade bij terugkeer naar het land van herkomst. Het CGVS weigerde de vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus. De Afghaanse man ging in beroep bij de RvV tegen deze beslissing.

De RvV merkt op dat de Afghaanse jongeman reeds sedert 2012 in Europa verblijft. De man stelt dat zijn identiteit hierdoor sterk is beïnvloed en hij verwesterd is. Het CGVS betwist ook niet dat de man verwesterd is. De RvV verwijst onder meer naar de UNHCR richtlijnen van 19 april 2016. Hieruit blijkt dat men niet effectief moet bekeerd zijn tot een andere religie om beschouwd te kunnen worden als iemand die waarden en/of uiterlijkheden heeft aangenomen die worden geassocieerd met Westerse landen. Hierdoor beticht de Afghaanse gemeenschap en in het bijzonder de Taliban hen van steun aan de regering en de internationale gemeenschap. Dat de Afghaanse jongeman zelf heeft verklaard nog een moslim te zijn, doet geen afbreuk aan het feit dat de Taliban hem wel degelijk kan beschouwen als een afvallige.

Het CGVS verwees in zijn weigeringsbeslissing naar de beperkingen met betrekking tot de omgang met meisjes en vrije partnerkeuze in Afghanistan, gebaseerd op islamitische normen en waarden in Afghanistan. Het CGVS stelde ook dat het recht op vrije meningsuiting en op eerbiediging van het privéleven niet absoluut zijn. Het opleggen van beperkingen aan deze rechten behoort voor het CGVS tot de soevereine bevoegdheid van de verschillende nationale staten. De RvV maakt duidelijk dat deze eenvoudige theoretische verwijzing van het CGVS niet kan volstaan in een context waarin terugkeerders enkel omwille van de hen toegedichte verwesterde waarden en steun voor de internationale gemeenschap kunnen worden gefolterd en vermoord.

De RvV meent dat men niet kan twijfelen over het feit dat de Afghaanse bevolking de jongeman als verwesterd kan zien en dit potentiële risico’s zoals foltering of moord met zich meebrengt. Dit gaat verder dan de vraag of de jongeman zelf zich terug kan aanpassen aan de Afghaanse normen en waarden.

De RvV besluit dat verder grondig onderzoek is aangewezen over het risico voor terugkeerders die de Afghaanse maatschappij als verwesterd bekijkt. Zonder verder onderzoek kan de RvV het verzoek om internationale bescherming niet evalueren. De RvV vernietigt dan ook de beslissing van het CGVS en stuurt de zaak terug naar het CGVS.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen