RvV schorst Dublin-asieloverdracht naar Italië wegens gebrek aan individuele waarborgen

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) schorst bij uiterst dringende noodzakelijkheid (UDN) de overdracht van een asielzoekster naar Italië in het kader van de Dublin III-verordening. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) liet na bijkomende concrete en individuele waarborgen te vragen over de specifieke opvangomstandigheden in Italië voor een Somalische vrouw die verkracht werd en HIV-positief is.

De feiten

Een Somalische asielzoekster diende in België een asielaanvraag in. Aangezien bleek dat de Italiaanse autoriteiten eerder al haar vingerafdrukken registreerden, richtten de Belgische autoriteiten een aanvraag tot overname tot Italië. Bij gebrek aan tijdig antwoord, kregen de Italiaanse autoriteiten de verantwoordelijkheid voor de behandeling van de asielaanvraag. DVZ besloot daarom tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 26quater). Gezien een medisch onderzoek aantoonde dat de vrouw HIV-positief is, vroeg haar advocaat de heroverweging, en later de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring van de bijlage 26quater.

Tegen het BGV met vasthouding met het oog op verwijdering (bijlage 13septies) dient de advocaat een verzoek tot schorsing bij UDN in bij de RvV. Via voorlopige maatregelen vroeg hij ook een versnelde behandeling van de schorsing van de bijlage 26quater. De RvV behandelt beiden beroepen wegens hun samenhang in hetzelfde arrest.

De ernst van de aangevoerde middelen

De schorsing van de tenuitvoerlegging van de beslissingen van de DVZ kan op basis van artikel 39/82, §2 van de Verblijfswet enkel wanneer aan twee voorwaarden is voldaan:

  • de verzoeker voert een ernstig middel aan
  • de onmiddellijke tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing kan een moeilijk te herstellen ernstig nadeel berokkenen.

In het verzoek tot schorsing bij UDN tegen de bijlage 13septies voert de Somalische asielzoekster onder meer de schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) aan. Ze stelt dat ze als alleenstaande vrouw een kwetsbaar profiel heeft. Op haar vluchtroute in Soedan verkrachten drie mannen haar, waar ze een HIV-besmetting en psychische schade aan heeft overgehouden. Dit blijkt uit een attest.

De Somalische vrouw verwijst naar het arrest Tarakhel tegen Zwitserland van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). De RvV leert daaruit dat gezien de delicate en evolutieve situatie in Italië, ze het onderzoek in dossiers van Dublin-overdrachten met de grootste voorzichtigheid moet uitvoeren. Dat vraagt minstens een volledig en nauwkeurig onderzoek gesteund op actuele informatie. Gezien de vrouw behoort tot een kwetsbare groep die bijzondere bescherming vereist, moeten de Italiaanse autoriteiten garanties geven. De Somalische asielzoekster maakt volgens de RvV immers aannemelijk dat ze specifieke noden heeft op materieel, fysiek of psychologisch vlak, die bijkomende concrete en individuele waarborgen vragen over de specifieke omstandigheden van opvang in Italië.

De RvV beoordeelt de schending van artikel 3 EVRM in het licht van de positieve verplichtingen die voor Italië voortvloeien uit de EU Opvangrichtlijn. Volgens DVZ heeft het arrest Tarakhel enkel betrekking op gezinnen met minderjarige kinderen. De RvV stelt dat DVZ de toepassing van het begrip ‘kwetsbare persoon’ verengt op een wijze die niet verenigbaar is met de Opvangrichtlijn. Volgens artikel 21 van de Opvangrichtlijn zijn bijzondere waarborgen nodig voor personen met een ernstige ziekte, personen die werden verkracht en kwetsbare personen. DVZ hield ook geen rekening met de HIV-problematiek in strijd met artikel 74/13 van de Verblijfswet. Dit artikel gebiedt om met de gezondheidstoestand rekening te houden bij het uitvaardigen van een verwijderingsmaatregel. DVZ schendt daarom artikel 74/13 in samenhang met de motiveringsplicht. Ook de schending van artikel 3 EVRM en van artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is aannemelijk. Het middel van de verzoekende partij is dan ook ernstig.

De RvV merkt op dat DVZ de bijlage 13septies nam met als doel de beslissing onder bijlage 26 quater tot uitvoering te brengen. Beide beslissingen hebben hetzelfde opzet: verzekeren dat de Somalische vrouw zich naar Italië zal begeven om daar haar asielprocedure verder te zetten. De DVZ kan dan ook niet volhouden dat de bijlage 26quater al de finale beslissing was en ze niet meer in de mogelijkheid was om rekening te houden met nieuwe medische elementen.

Moeilijk te herstellen ernstig nadeel

De Somalische vrouw maakt in haar verzoekschrift de schending aannemelijk van een grondrecht waarbij op grond van artikel 15 EVRM geen afwijking mogelijk is. Het moeilijk te herstellen ernstig nadeel wordt dan ook aanvaard waardoor aan de cumulatieve voorwaarden van de schorsing wordt voldaan. Daarom schorst de RvV zowel de bijlage 26quater van 17 augustus 2016 als de bijlage 13septies van 6 oktober 2016.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen