RvV: Minderjarigheid verhoogt risico slachtoffer te worden van willekeurig geweld in Afghanistan

In arrest nr. 216.632 van 12 februari 2019 kent de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) subsidiaire bescherming toe aan vier Afghaanse niet-begeleide minderjarige verzoekers om internationale bescherming, afkomstig uit het district Doshi, provincie Baghlan. Hun minderjarigheid is een persoonlijke omstandigheid die hen kwetsbaarder maakt en het risico verhoogt op ernstige schade door willekeurig geweld in het kader van een gewapend conflict.

Feiten

Vier minderjarige broers, van 10, 12, 14 en 15 jaar oud, ontvluchten Afghanistan omwille van bedreigingen door de taliban tegen hun vader die voor de overheid werkt. Ze komen uit Naseri, in het district Doshi (ook wel Dushi), provincie Baghlan.

Het Commissariaat voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) hecht geen geloof aan hun vluchtmotieven en stelt vast dat de precieze herkomstregio niet kan bepaald worden, door incoherente verklaringen, een gebrekkige kennis van een aantal feiten over hun regio en het ontbreken van bewijzen. Bijgevolg weigert het CGVS de erkenning als vluchteling en de toekenning van subsidiaire bescherming.

Beoordeling RvV

Volgens artikel 48/6 van de Verblijfswet moet een verzoeker om internationale bescherming zo snel mogelijk alle elementen ter staving van zijn verzoek voorleggen. De asielinstanties beoordelen deze elementen, in samenwerking met de verzoeker.

Verder omschrijft art. 48/6 § 4 Verblijfswet wanneer het ‘voordeel van de twijfel’ inzake de bewijslast aan de verzoeker om internationale bescherming kan worden toegekend, namelijk wanneer de verzoeker :

  • een oprechte inspanning leverde om zijn verzoek te staven
  • alle relevante elementen waarover hij beschikt, voorlegt, en een bevredigende verklaring geeft over het ontbreken van andere bewijzen
  • zijn verklaringen samenhangend, aannemelijk en niet in strijd zijn met de algemene en specifieke informatie die gekend en relevant is
  • zijn verzoek zo spoedig mogelijk indient, of hij gaf goede redenen waarom hij dat niet deed
  • over het algemeen geloofwaardig is

In deze zaak hechtte het CGVS geen bewijswaarde aan de taskara’s van de minderjarigen, omdat hun relaas niet geloofwaardig is en omdat de authenticiteit van Afghaanse documenten over het algemeen betwistbaar is. De RvV stelt echter dat niet elk document om die reden automatisch als frauduleus bestempeld mag worden. De broers legden ook schoolrapporten voor, die niet beoordeeld zijn door het CGVS. De RvV aanvaardt deze documenten minstens als een eerste aanwijzing van hun herkomst en dus een begin van bewijs.

De RvV herinnert eraan dat de maturiteit en de mentale ontwikkeling belangrijk zijn bij het onderzoek van een verzoek om internationale bescherming van minderjarigen. Er is meer voorzichtigheid nodig naarmate de minderjarige nog niet voldoende ontwikkeld is om zijn vrees aan te tonen zoals een volwassene kan. Objectieve elementen worden belangrijker en err geldt een verruimd voordeel van de twijfel.

In tegenstelling tot de verklaringen over het werk van hun vader en de persoonlijke bedreigingen door de taliban, zijn de verklaringen over hun herkomstregio over het algemeen coherent volgens de RvV. Het CGVS hield niet voldoende rekening met de jonge leeftijd waarop zij Afghanistan verlieten en ze het interview deden. Er zijn onaangepaste en te verregaande vragen gesteld voor hun leeftijd.

De herkomst van de broers staat vast volgens de RvV.

Uit de aangeleverde informatie blijkt dat de taliban sterk aanwezig is in de provincie Baghlan en specifiek in het district Doshi, en dat zij er regelmatig aanslagen plegen. Er zijn ook regelmatig militaire acties door de nationale en internationale troepen. Het risico voor burgers om slachtoffer te worden is groot. Er is sprake van een situatie van willekeurig geweld.

Op basis van het arrest Elgafaji van het Europees Hof van Justitie (zaak C-465/07 van 17 februari 2009) kan echter een onderscheid gemaakt tussen twee situaties:

  • wanneer het willekeurig geweld zodanig is dat er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat elke burger in geval van terugkeer louter door zijn aanwezigheid een reëel risico loopt op ernstige schade
  • wanneer het geweld willekeurig is, maar niet het niveau bereikt dat elke burger louter door zijn aanwezigheid een reëel risico loopt, moeten persoonlijke elementen in acht genomen worden die specifiek voor de betrokkene het risico verhogen om slachtoffer te worden.

Uit landeninformatie blijkt dat in het district Doshi geen sprake is van de eerste situatie. De verzoekers zijn echter jonge, niet-begeleide minderjarigen waardoor sprake is van persoonlijke omstandigheden die het risico verhogen dat zij slachtoffer worden van het willekeurig geweld in hun regio.

Gezien de veiligheidssituatie en de persoonlijke omstandigheden is voldoende aangetoond dat er een reëel risico is op ernstige schade in de zin van artikel 48/4 §2, c van de Verblijfswet. De RvV kent de subsidiaire bescherming toe aan de vier broers.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen