Insolventie-uitkering bij faillissement van werkgever ook voor onwettig verblijvende werknemer

Richtlijn 80/987/EEG biedt financiële waarborgen voor het niet-betaalde loon van een werknemer wanneer de werkgever failliet gaat. Deze richtlijn is van toepassing op alle werknemers in de Europese Unie. Het nationale recht beslist wie werknemer is. Zelfs onwettig verblijvende derdelanders kunnen werknemer zijn en hebben recht op loon voor de verrichte arbeid. Daardoor is de minimumbescherming uit richtlijn 80/987/EEG ook op hen van toepassing.

Dat zegt het Hof van Justitie in een arrest van 5 november 2014.

Feiten

Meneer Tümer, van Turkse origine, had gedurende vele jaren een wettig verblijf in Nederland. Na de scheiding van zijn partner verloor hij zijn wettig verblijf. Tijdens dat onwettige verblijf was hij aan het werk. Zijn werkgever ging failliet.

Na het faillissement wil meneer Tümer een beroep doen op een insolventie-uitkering. Zijn loon was immers al verschillende maanden niet meer uitbetaald. Nederland weigert hem die uitkering omdat hij geen wettig verblijf heeft. Volgens Nederland is de Europese richtlijn 80/987/EEG daarom niet op hem van toepassing.

Beslissing van het Hof

Het Hof van Justitie bepaalt dat richtlijn 80/987/EEG ook op derdelands werknemers van toepassing kan zijn, en niet alleen op Unieburgers. Het zijn de lidstaten die bepalen wie ‘werknemer’ is. Hun beoordelingsmarge is daarbij niet onbeperkt: het doel van de richtlijn is om op Europees niveau een minimumbescherming te bieden aan werknemers voor het niet-uitbetaalde loon bij een faillissement. Elke werknemer moet die bescherming krijgen: als het niet op basis van de richtlijn is, moet het op basis van nationaal recht gegarandeerd worden.

Een onwettig verblijvende derdelander die door het nationale recht als werknemer beschouwd wordt, heeft dan ook recht op een insolventie-uitkering wanneer zijn werkgever failliet gaat. In dit geval bepaalt het Nederlandse recht dat de betrokkene werknemer is omdat hij door een arbeidsovereenkomst aan een werkgever is gebonden. Aangezien het Nederlandse recht hem de minimumbescherming niet biedt, zijn de bepalingen van richtlijn 80/987/EEG van toepassing.