Handboek Europese Commissie om schijnhuwelijken beter te bestrijden

Op 26 september 2014 publiceerde de Europese Commissie een Handboek om lidstaten te helpen schijnhuwelijken beter te bestrijden, met respect voor de fundamentele regels van het Unierecht en andere Europese en internationale rechtsinstrumenten. Het Handboek is een hulpmiddel voor de lidstaten, en is niet juridisch bindend.

Toepassingsgebied en definitie

Het Handboek is alleen van toepassing op een (schijn)huwelijk afgesloten tussen een Unieburger die gebruik maakte van het vrij personenverkeer en een derdelands onderdaan.

Een “schijnhuwelijk” wordt in het Handboek gedefinieerd als een huwelijk dat enkel afgesloten wordt om te kunnen genieten van het recht op vrij verkeer en verblijf zoals bepaald door de richtlijn vrij verkeer (richtlijn 2004/38/EG). Het koppel heeft dus niet (ook) de intentie om een oprecht huwelijksleven te leiden.

Totstandkoming en doel

Dat er een Handboek zou komen om schijnhuwelijken beter te kunnen bestrijden, werd (politiek) beslist op de Europese Raad van 26 april 2012. Dit werd herhaald in de Mededeling van de Commissie van 25 november 2013 “Free movement of people: five actions to benefit citizens, growth and employment in the EU”. Het Handboek kwam er op vraag van de lidstaten, en in nauwe samenwerking met hen.

Het doel van het Handboek is om lidstaten te helpen schijnhuwelijken op effectieve wijze te bestrijden, zonder evenwel het fundamentele recht op vrij verkeer van bona fide Unieburgers en hun familieleden in gevaar te brengen.

Het Handboek moet ook zorgen voor meer uniformiteit binnen de EU: bedoeling is dat de lidstaten schijnhuwelijken aanpakken op basis van dezelfde feitelijke en juridische criteria.

Recht op vrij verkeer blijft de regel: afwijkingen slechts uitzonderlijk toegelaten

In het Handboek benadrukt de Commissie dat een afwijking op het fundamentele beginsel van het vrij personenverkeer de uitzondering moet blijven. Dat kan alleen in individuele gevallen. Ook mag de afwijking niet discriminerend zijn, moet ze gerechtvaardigd zijn door bewezen misbruik, en proportioneel met het doel dat de nationale lidstaat nastreeft.

Het doel om mogelijk misbruik vast te stellen en te voorkomen, rechtvaardigt niet alle middelen. Nationale maatregelen die op discriminerende of algemene wijze getroffen worden, zijn wellicht niet gerechtvaardigd. Zij vormen wellicht een disproportionele inmenging in het privé-leven van de betrokken koppels.

Bona fide koppels mogen in geen geval verhinderd of ontmoedigd worden om hun recht op vrij verkeer uit te oefenen, tengevolge van ongerechtvaardigde of disproportionele nationale maatregelen.