Gewone gezinsbijslag: FAMIFED laat bilateraal socialezekerheidsverdrag buiten toepassing als betrokken vreemdeling ook Belgische nationaliteit heeft

De Antwerpse Arbeidsrechtbank laat in een recent arrest het socialezekerheidsverdrag tussen België en Joegoslavië buiten toepassing omdat de verzoekster de dubbele nationaliteit heeft, namelijk de Belgische en de Servische (ex-Joegoslavië). De rechter baseert zich hiervoor op Informatienota nr. 1993/20 van FAMIFED. Die stelt dat bij een conflictsituatie tussen de Belgische en de vreemde nationaliteit, de betrokken persoon moet worden beschouwd als een Belg en dus de Belgische Kinderbijslagwet van toepassing is. Daarom kan verzoekster geen beroep doen op de gunstigere regeling voorzien in het socialezekerheidsverdrag tussen België en Joegoslavië.

Feiten

De verzoekster heeft, net als haar man en kinderen, de Belgisch-Servische nationaliteit. Zij woonden lange tijd in België maar verhuisden in 2006 terug naar Servië. In maart 2013 verhuist verzoekster opnieuw naar België om er te werken. De kinderen worden opgevoed en lopen school in Servië. Verzoekster vordert kinderbijslag voor de periode vanaf maart 2013 op basis van:

  • het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen België en Joegoslavië (van toepassing op Servië tot 31 augustus 2014)
  • de bilaterale socialezekerheidsovereenkomst tussen België en Servië (in werking vanaf 1 september 2014).

Deze verdragen voorzien dat Servische werknemers tewerkgesteld in België recht hebben op Belgische kinderbijslag voor hun kinderen die in Servië worden opgevoed.

Informatienota FAMIFED

Het Kinderbijslagfonds, gevolgd door de Arbeidsrechtbank, verwijst naar Informatienota nr. 1993/20 van FAMIFED over de toepassingsmodaliteiten van bilaterale socialezekerheidsovereenkomsten wanneer het kind of de rechthebbende (of beide) de dubbele nationaliteit, waaronder de Belgische, hebben. Hierin stelt FAMIFED dat een werknemer die de Belgische nationaliteit heeft en de nationaliteit van een andere Staat waarmee België een verdrag gesloten heeft, moet beschouwd worden als een Belg. Volgens FAMIFED kan deze persoon zich niet beroepen op de bilaterale overeenkomst, maar is uitsluitend de Belgische kinderbijslagwetgeving van toepassing. Uit artikel 52 van de Algemene Kinderbijslagwet (AKBW) volgt dan dat er geen kinderbijslag verschuldigd is voor kinderen die buiten België worden opgevoed of school lopen. De persoon kan enkel een individuele afwijking van deze voorwaarde aanvragen op basis van een behartenswaardige situatie zoals voorzien in artikel 52, lid 2 AKBW. De Arbeidsrechtbank bevestigt dan ook de weigeringsbeslissingen.

Kritische opmerking

De Informatienota van FAMIFED heeft tot gevolg dat Serviërs met enkel Servische nationaliteit, in bepaalde situaties gunstiger behandeld worden dan Serviërs met de dubbele Servisch-Belgische nationaliteit. Bij uitbreiding geldt dit ook voor vreemdelingen met de dubbele nationaliteit, waaronder de Belgische, van een ander land waarmee België een bilateraal socialezekerheidsverdrag sloot. Door de rechtbank werd niet onderzocht of dit onderscheid op basis van nationaliteit gerechtvaardigd is.

De bilaterale socialezekerheidsovereenkomsten voorzien zelf niet in een regeling voor een betrokkene met de dubbele nationaliteit. FAMIFED verwijst in haar Informatienota naar rechtsleer rond het Internationaal Privaatrecht om tot haar conclusie te komen. Dit is waarschijnlijk gebaseerd op een redenering naar analogie met artikel 3 van het Wetboek Internationaal Privaatrecht (WIPR) dat stelt dat men voor de toepassing van het wetboek iemand met een dubbele nationaliteit, waarvan één de Belgische is, als Belg beschouwt. Het WIPR vindt echter geen toepassing in deze situatie. Het is dan ook onduidelijk of de redenering van het WIPR hier zomaar kan doorgetrokken worden.

De rechtspraak van het Europees Hof van Justitie (HvJ) en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) rond de materie van naamswijziging bij personen met meerdere nationaliteiten, kunnen in deze context waarschijnlijk nuttig zijn. Zie bijvoorbeeld het arrest van het HvJ in antwoord op een prejudiciële vraag van de Belgische Raad van State in de zaak Garcia Avello, en twee Nederlandse zaken van het HvJ waaruit blijkt dat de voordelige regels gezinshereniging uit het Associatierecht ook gelden voor Turkse werknemers met de dubbele nationaliteit. Het EHRM sprak zich uit over deze materie in het arrest Kismoun tegen Frankrijk in 2013.