Geen intern vluchtalternatief in Kaboel wegens actuele situatie en persoonlijke omstandigheden

In arrest nr. 217.609 van 27 februari 2019 beslist de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) op basis van de persoonlijke situatie en de actuele veiligheidsomstandigheden dat er geen intern vluchtalternatief is in de stad Kaboel voor een Afghaanse verzoeker om internationale bescherming. De RvV kent hem subsidiaire bescherming toe.

Feiten

De verzoeker om internationale bescherming komt uit het dorp Zaiwalat, gelegen in het district Jalrez, in de provincie Maidan Wardak in Afghanistan. Hij vlucht voor de taliban, die hem bedreigt door zijn werk als leerkracht voor een klas meisjes en omdat hij in publiek gezegd heeft zich te willen wreken om de dood van zijn vader. Die kwam om toen de taliban een controlepost dichtbij hun woning beschoot. Hij noemde ook de namen van de talibanleiders voor de politie.

Het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) oordeelt dat de verzoeker de bedreigingen van de taliban en de dood van zijn vader niet aannemelijk maakt en weigert hem als vluchteling te erkennen. Voor wat betreft de subsidiaire bescherming oordeelt het CGVS dat verzoeker over een intern vluchtalternatief beschikt in de stad Kaboel, omdat zijn vader er werkt.

Beoordeling RvV

De RvV bevestigt dat de elementen die verzoeker aanbrengt als vluchtredenen niet geloofwaardig zijn en dat hij niet als vluchteling kan worden erkend.

Verder neemt de RvV aan dat, voor wat betreft de subsidiaire bescherming, het CGVS impliciet een negatieve beoordeling maakt van de veiligheidssituatie in de herkomstregio van verzoeker en daarom is nagegaan of een intern vluchtalternatief in Kaboel aannemelijk is.

Volgens artikel 48/5 §3 Verblijfswet is er geen behoefte aan internationale bescherming wanneer:

  • de verzoeker in een deel van het land van herkomst geen gegronde vrees voor vervolging heeft en geen reëel risico op ernstige schade loopt, of toegang heeft tot bescherming daartegen
  • redelijkerwijs van de verzoeker kan worden verwacht dat hij daar verblijft
  • verzoeker op een veilige en legale manier naar dat deel van het land kan reizen en er toegang tot kan krijgen.

Bij de beoordeling zijn de algemene situatie in dat deel van het land en de persoonlijke omstandigheden van belang. De bewijslast ligt bij het CGVS. Wanneer het CGVS aannemelijk maakt dat de voorwaarden voor een intern vluchtalternatief voldaan zijn, is het aan de verzoeker om aan te tonen dat dit in zijn specifieke geval niet geldt.

De RvV volgt het CGVS dat er op dit moment geen situatie van willekeurig geweld is in Kaboel, in het kader van een gewapend conflict, waarbij burgers in het algemeen een reëel risico lopen om slachtoffer te worden van een ernstige bedreiging van hun leven of van hun persoon.

Uit het EASO-rapportCountry Guidance: Afghanistan – Guidance note and common analysis van juni 2018 blijkt dat er geen praktische, administratieve of juridische obstakels zijn die de toegang tot de hoofdstad belemmeren.

Om de redelijkheid van het intern vluchtalternatief te beoordelen, telt volgens rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) niet alleen de veiligheidssituatie, maar ook de humanitaire leefomstandigheden en de socio-economische omstandigheden. Die mogen niet op zichzelf een blootstelling aan een reëel risico op onmenselijke of vernederende behandeling veroorzaken.

Uit het EASO-rapport blijkt dat een Afghaanse burger die zich elders vestigt dan in zijn herkomstregio onvermijdelijk geconfronteerd wordt met bepaalde obstakels en moeilijkheden. De aanwezigheid van financiële middelen of een netwerk zijn bepalend voor de mate waarin men kan omgaan met die moeilijkheden. Volgens EASO is het voor alleenstaande mannen en getrouwde koppels zonder kinderen over het algemeen redelijk om een intern vluchtalternatief aan te nemen. Zij zijn in principe in staat om in hun levensonderhoud te voorzien, zonder ondersteunend netwerk.

Maar de UNHCRElegibility guidelines for assessing the international protection needs of asylum seekers from Afghanistan van augustus 2018 stellen dat Kaboel in beginsel niet geschikt is als intern vluchtalternatief omwille van de huidige veiligheidssituatie, de humanitaire en de mensenrechtensituatie.

De persoonlijke omstandigheden zijn dus bepalend.

De RvV volgt het CGVS niet dat in dit geval het sociaal netwerk en de financiële ondersteuning van de vader een verblijf in Kaboel voor verzoeker redelijk maakt:

  • De vader verblijft er niet permanent en reist veel. Wanneer hij in Kaboel is, verblijft hij op zijn kantoor in het ministerie van handel. Hij beschikt niet over een eigen woning.
  • Verzoeker is zelf nooit in Kaboel geweest en er is niet aangetoond dat hij er een netwerk heeft.
  • Verzoeker kan niet op het kantoor van zijn vader verblijven, omdat uit landeninformatie blijkt dat er gerichte aanslagen gebeuren waarbij de autoriteiten geviseerd worden en hij zo een hogere kans heeft slachtoffer te worden van willekeurig geweld.
  • Er is niet aangetoond dat zijn familie over voldoende financiële middelen beschikt om hem te ondersteunen.
  • Hij is nog jong en heeft slechts beperkte werkervaring.

Gelet op de actuele uitzonderlijke situatie in de stad Kaboel die het UNHCR omschrijft en omwille van de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker is niet aannemelijk dat hij er over een redelijk vestigingsalternatief beschikt. Door de veiligheidssituatie in de herkomstregio van verzoeker, het district Jalrez, in de provincie Maidan Wardak, wordt hem het statuut van subsidiaire bescherming toegekend.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen