Nieuws

De Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) van het Hof van Beroep van Brussel beveelt de vrijlating van een Marokkaanse onderdaan gezien er geen garantie is op repatriëring ‘binnen een redelijke termijn' zolang niet voorzien kan worden wanneer de Marokkaanse grenzen opnieuw zullen opengaan. Het Hof van Cassatie besliste anderzijds al meermaals dat de tijdelijke sluiting van de grenzen op zich de uitvoering van een terugkeerbeslissing binnen een redelijke termijn niet uitsluit.
Bij KB van 6 mei 2020 wordt het KB van 14 januari 2013 ter uitvoering van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (WBN) in overeenstemming gebracht met de wijzigingen die de wet van 18 juni 2018 aan het WBN aanbracht op verschillende vlakken, onder meer wat betreft het bewijs van taalkennis, wettelijk verblijf voorafgaand aan de aanvraag, en documenten vereist voor sommige aanvragen.
Bij bericht van de Directeur-Generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken worden de bedragen van de retributie voor het indienen van een verblijfsaanvraag geïndexeerd. Nochtans zijn de bestaande bedragen al onwettig omdat ze niet in verhouding staan tot de geleverde dienst. Bovendien zijn DVZ, gemeente en consulaire posten niet meer bevoegd om een aanvraag zonder retributie te weigeren. Toch blijft DVZ dat doen.
In 2019 beantwoordde de juridische helpdesk 10.341 vragen over vreemdelingenrecht en internationaal familierecht. We verzorgden 28.357 tolk- en vertaalopdrachten. Onze vormingen hadden samen 7.965 deelnemers van verschillende organisaties en lokale besturen. Wie zijn die mensen die gebruik maakten van onze dienstverlening? Wat hebben onze collega’s hierover te vertellen? Ontdek de verhalen en cijfers in ons online jaarverslag!
Twee RvV arresten van 11-12-2019 in algemene vergadering (nr. 230 067 en nr. 230 068) bevestigen een beleidswijziging van het CGVS sinds april 2019. Noch de Europese kwalificatierichtlijn, noch een nationale of internationale rechtsregel schrijven voor dat aan familieleden van een persoon met internationale bescherming hetzelfde statuut moet toegekend worden.
Sinds de Covid-19 pandemie zijn er tientallen veroordelingen van Fedasil door de Arbeidsrechtbank van Brussel om asielzoekers op te vangen die al weken wachten op een afspraak bij DVZ. Het Arbeidshof Brussel veroordeelde Fedasil ook tot opvang van een asielzoeker met een volgend verzoek (arrest 2020/888 van 20 mei 2020) en van een asielzoeker met een Dublinweigering (arrest 2020/756 van 24 april 2020).
GwH arrest nr. 58/2020 van 7-5-2020 voorziet een echt gerechtelijk beroep tegen een weigering van de ambtenaar burgerlijke stand om een erkenningsakte op te stellen. Het GwH ziet geen graten in het feit dat de abs geen rekening mag houden met het belang van het kind als hij fraude vaststelt. In beroep houdt de rechter daar wel rekening mee.
Hof van Justitie arrest van 12-12-2019 (C-381/18 en C-382/18) maakt onderscheid tussen het begrip openbare orde in de Burgerschapsrichtlijn en in de Gezinsherenigingsrichtlijn. Een familielid van een derdelander kan wegens veroordeling voor een strafbaar feit een weigering, niet-verlenging of intrekking van het verblijf krijgen 'om redenen van openbare orde' als het strafbaar feit voldoende ernstig is, de uitsluiting nodig is om de openbare orde te vrijwaren, en de situatie van het familielid individueel beoordeeld is. Het is niet nodig om aan te tonen dat het "persoonlijk gedrag van het familielid een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging vormt voor een fundamenteel belang van de samenleving" (wat wel moet volgens de Burgerschapsrichtlijn).
RvV arrest nr. 230 498 van 18-12-2019 vernietigt een bevel om het grondgebied te verlaten dat de Dienst Vreemdelingenzaken had laten betekenen aan een onwettig verblijvende Ghanees toen hij op het stadhuis was om zijn kind te erkennen. DVZ hield bij het nemen van het BGV onvoldoende rekening met het belang van het kind en het gezins- en familieleven van de man.
De RvV oordeelt in arrest nr. 234.963 van 8-4-2020 en arrest nr. 241.571 van 29-9-2020 dat het CGVS naast de individuele omstandigheden ook rekening moet houden met de algemene situatie in Griekenland, zoals blijkt uit voorgelegde landenrapporten en objectieve informatiebronnen. De RvV verwijst naar HvJ arrest Ibrahim van 19-3-2019. In arrest nr. 245.948 van 10-12-2020 benadrukt de RvV dat ook de individuele omstandigheden van de verzoeker na het verkrijgen van het internationaal beschermingsstatuut in Griekenland, grondig onderzocht moeten worden. RvV arrest nr. 272.124 van 29-4-2022 stelt dat het CGVS voldoende onderzoek moet voeren en informatie moet bijbrengen over de situatie van statushouders in Griekenland die ernaar terugkeren nadat hun verblijfsvergunning daar verstreken is. Verder oordeelt de RvV in drie arresten (nr. 259.842 van 31-08-2021; nr. 260.134 van 3-09-2021; nr. 260.192 van 6-09-2021) dat de psychische kwetsbaarheid van verzoekers met beschermingsstatuut in Griekenland een nieuw element vormt dat grondig onderzocht moet worden bij een volgend verzoek om internationale bescherming in België.