Nieuws

Het Vlaams Decreet van 10-2-2023 en het Besluit van de Vlaamse Regering van 21-4-2023 voegen een specifiek normenkader rond de tijdelijke huisvesting van arbeidskrachten toe aan de Vlaamse Codex Wonen en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021. Hiermee kunnen steden en gemeenten lokaal beleid voeren. Zowel Belgen, als Unieburgers als derdelanders kunnen onder het begrip 'arbeidskracht' vallen zowel bij een tewerkstelling in België als bijvoorbeeld in een buurland. Deze regelgeving treedt in werking op 1-10-2023.
Verzoekers om internationale bescherming (VIB) krijgen een eerste attest van immatriculatie (AI) dat 4 maanden geldig is vanaf hun verzoek om internationale bescherming. Dit volgt uit artikel 74 en 75 van het Verblijfsbesluit. Tot nu werden deze AI's telkens met 4 maanden verlengd. Sinds 14-7-2023 verlengen gemeenten deze AI’s telkens met 8 maanden tenzij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) een andere instructie geeft. Dit volgt uit een (niet-publiek) bericht van de DVZ aan de gemeenten. Het is onduidelijk of voor deze praktijk wel een wettelijke basis is.
In tegenstelling tot eerder bericht gaat de geplande stijging van de leeflonen op 1 oktober niet door. De POD MI heeft de omzendbrief van 15 september 2023 inzake de aanpassing van de bedragen die tot de federale wetgeving met betrekking tot het maatschappelijk welzijn behoren, op 1 oktober 2023 offline gehaald. De bedragen vanaf 1 juli 2023 blijven dus van toepassing. Onze websitepagina's zijn hieraan aangepast.
Vanaf 1-9-2023 geldt een nieuwe knelpuntberoepenlijst voor middengeschoolde beroepen in Vlaanderen. Voor deze beroepen is er een vrijstelling van arbeidsmarktonderzoek bij de aanvraag van een gecombineerde vergunning of arbeidskaart in het Vlaams gewest.
Op 7-7-2023 trad een nieuwe omzendbrief over het referentieadres voor daklozen in werking. Daarin wordt de bevoegdheidsafbakening tussen het OCMW en de gemeente toegelicht naast enkele vereenvoudigde administratieve formaliteiten. Zo verhindert een inschrijving in de bevolkingsregisters die niet langer overeenstemt met de werkelijkheid het OCMW niet langer om een referentieadres toe te kennen. De omzendbrief voorziet ook in een aantal nieuwe attesten om de samenwerking tussen OCMW en gemeente vlot te doen verlopen.
Vanaf 1-9-2023 moeten inburgeraars in Vlaanderen betalen voor een opleiding Nederlands als tweede taal (NT2) en de nieuwe NT2-test, en voor de lessen maatschappelijke oriëntatie (MO) en de MO-test. De regelgevingen inzake volwassenenonderwijs en inzake inburgering voorzien bepaalde vrijstellingen, verminderingen en terugbetalingen voor rechthebbende inburgeraars met een sociaal-economisch kwetsbaar profiel, maar sloten verplichte inburgeraars daarvan uit. Een aantal organisaties, waaronder NT2-scholen, vocht dat aan. Het Grondwettelijk Hof (GwH) arrest nr. 115 van 20-7-2023 stelde een onevenredig verschil in behandeling en een schending van de Grondwet vast, en vernietigt de relevante bepalingen in het decreet volwassenenonderwijs. Dat heeft tot gevolg dat de sociale correcties die voorzien zijn voor sommige rechthebbende inburgeraars ook gelden voor dezelfde verplichte inburgeraars. Zowel rechthebbende als verplichte inburgeraars in Vlaanderen moeten dus vanaf 1-9-2023 betalen behalve als zij een sociale vrijstelling, vermindering of terugbetaling kunnen inroepen. Het GwH-arrest geldt voor de NT2-lessen en -test en wordt analoog toegepast voor de MO-lessen en -test.
De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) vernietigde op 9-6-2023 in arrest 290.058 een beslissing van het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS) omdat niet duidelijk is of het gebruik van Microsoft (MS) Teams voor het videoverhoor conform is aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming 2016/679 (AVG). Hierdoor is de vertrouwelijkheid zoals voorgeschreven in het koninklijk besluit van 11 juli 2003 niet voldoende gewaarborgd. In een later arrest 291.490 van 4-7-2023 oordeelt de RvV dat de aanvullende maatregelen bij het videoverhoor het vertrouwelijk karakter van het persoonlijk onderhoud wel kunnen waarborgen. De rechtspraak lijkt verdeeld.
Op 18 juli 2023 veroordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) de Belgische Staat ten gronde in de zaak Camara. De Belgische autoriteiten verzuimen systematisch om definitieve rechterlijke beslissingen over de opvang van verzoekers om internationale bescherming (VIB) uit te voeren. Door de rechtelijke beslissing onredelijk laat uit te voeren, schendt België het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel uit artikel 6 EVRM.
Het Grondwettelijk Hof (GwH) vernietigde op 20-7-2023 de verblijfsduurvoorwaarde en de inburgeringsvoorwaarde voor het zorgbudget en voor de sociaal gecorrigeerde zorgpremie in het decreet Vlaamse sociale bescherming (VSB). Deze voorwaarden schenden de standstill-verplichting van artikel 23 Grondwet (Gw) en het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel. De bepalingen verminderen het bestaande beschermingsniveau aanzienlijk zonder dat hier een redelijke verantwoording voor is. De regeling over de vrijstelling van dossiertaks bij een administratief beroep schendt het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel voor zover geen volledige vrijstelling van dossiertaks voorzien is voor alle rechthebbenden op verhoogde tegemoetkoming. Voor zover niet voorzien is in integrale terugbetaling van de dossiertaks bij een veroordeling door de arbeidsrechtbank is het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel geschonden.
In een arrest van 28 februari 2023 oordeelt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen dat het risico op een schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) in het kader van een verwijderingsmaatregel niet afdoend werd onderzocht. Een voorafgaande weigeringsbeslissing van het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen met een niet-bindend advies dat “er geen enkele elementen voorhanden zijn die wijzen op het feit dat een verwijderingsmaatregel strijdig zou zijn met artikel 48/3 en 48/4 Vw” volstaat niet. De UNRWA is door ernstige operationele moeilijkheden niet in staat zijn reguliere maar ook levensreddende diensten te garanderen. De RvV vernietigt het bevel om het grondgebied te verlaten.
De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen oordeelt in een uitspraak van 30-1-2023 dat de situatie in Rusland betreffende de gedeeltelijke mobilisatie in Tsjetsjenië volatiel en onzeker is. Mogelijk zal het conflict in Oekraïne zich nog uitbreiden en komt er een algemene mobilisatie en een verhoging van de dienstplichtleeftijd. De RvV heeft onvoldoende informatie om te oordelen over de vrees voor vervolging. De RvV vernietigt de weigering van het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen.
Derdelanders die in België gezinshereniging aanvragen en een attest van immatriculatie (AI) krijgen, kunnen volgens Dienst Vreemdelingenzaken niet reizen en terug binnenkomen op basis van dat AI. Een AI is geen visumvervangend document, en personen met een AI en een inschrijving in het vreemdelingenregister moeten voor een nieuwe binnenkomst in België blijven voldoen aan de 90/180-regel van kort verblijf. Dit geldt ook voor derdelanders die voor een kort verblijf vrijgesteld zijn van de visumplicht. Dit lijkt echter betwistbaar voor familieleden van Unieburgers met recht op vrij verkeer.
Het Koninklijk Besluit van 7-4-2023 is op 10-7-2023 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Het legt opnieuw een lijst van ‘veilige herkomstlanden’ vast: asielzoekers uit deze landen hebben een zwaardere bewijslast en hun procedure kan versneld worden. Op Georgië na, blijft de lijst dezelfde als die van de vorige jaren. Het gaat om de volgende landen: Albanië, Bosnië-Herzegovina, Noord-Macedonië, India, Kosovo, Montenegro en Servië. Georgië is van de lijst verwijderd na advies van het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS).
Het Arbeidshof Brussel oordeelt in een arrest van 28-3-2023 dat een vordering tegen een ambassade niet toelaatbaar is. De ambassade heeft niet de nodige hoedanigheid zoals voorzien in artikel 17 Gerechtelijk wetboek (Ger. W.). Zij heeft geen rechtspersoonlijkheid die los staat van die van de vertegenwoordigde staat. Een vordering moet dus aan de vertegenwoordigde staat gericht zijn en niet aan de ambassade.
De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen vernietigt in arrest van 11-3-2022 een weigering van de vluchtelingen- en subsidiaire beschermingsstatus aan een homoseksuele, Libanese onderdaan. Er zijn onvoldoende elementen om te concluderen dat het traditioneel-conservatisme van de schoonfamilie van de verzoeker geen gevolgen heeft voor hem bij een terugkeer naar Libanon.
Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) vraagt in een instructie van mei 2023 aan de gemeenten om in geen enkel geval nog ambtshalve verblijfskaarten F af te geven wanneer DVZ geen beslissing neemt binnen zes maanden na de aanvraag gezinshereniging van een derdelands familielid van een Belg of Unieburger (artikel 40ter, 40bis of 47/1 Verblijfswet). DVZ baseert zich op Hof van Justitie arrest Diallo van 27-6-2018 en op een Raad van State arrest van 15-12-2022. In de plaats van ambtshalve afgifte van F kaarten vraagt DVZ om het attest van immatriculatie (AI) van het familielid met één maand te verlengen. Hiervoor bestaat echter geen wettelijke basis.
Op 1-11-2023, 1-7-2023, 1-1-2023, 1-12-2022, 1-11-2022, ... waren er indexeringen van de leefloonbedragen. Soms is het voor gezinshereniging een voorwaarde dat men ‘stabiele en toereikende bestaansmiddelen’ heeft. Een inkomen van 120% van het leefloon voor persoon met gezin ten laste volstaat hiervoor. Vanaf 1 juli 2023 tot 31 oktober 2023 is dat 2.008,38 euro. Vanaf 1 november 2023 is dat 2.048,53 euro
De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) kent op 21-4-2023 subsidiaire bescherming toe aan een Afghaanse verzoeker met een medische kwetsbaarheid. De RvV oordeelt dat deze medische aandoeningen samen genomen met een zestienjarig verblijf in België en de huidige Afghaanse context onder het Taliban-regime voldoende ernstige risicobepalende omstandigheden vormen. Bij terugkeer naar Afghanistan zou hij een reëel risico lopen op ernstige schade in de zin van artikel 48/4, §2, b van de Verblijfswet.
Wanneer Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) een visum C (kort verblijf) met vermelding BNL 1 en BNL 11 aflevert aan een familielid van een Unieburger kan hij achteraf de gezinshereniging in België niet meer weigeren. DVZ beoordeelde dan immers al de bewijsstukken voor gezinshereniging inhoudelijk en erkende ook het verblijfsrecht. Dat het familielid nadien in België nog de administratieve formaliteit moet vervullen om een verblijfskaart F aan te vragen doet daar geen afbreuk aan. Dat zegt de Raad voor Vreemdelingenzaken (RvV) in een arrest van 30-6-2022.
De Dienst Vreemdelingenzaken kan een gezinsherenigingsaanvraag van een familielid van een Unieburger alleen weigeren wegens redenen van openbare orde als dit familielid een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging vormt voor een fundamenteel belang van de samenleving. Een eerder opgelegd inreisverbod op basis van de Terugkeerrichtlijn volstaat niet als weigeringsgrond of bewijs van zulke bedreiging. Dit stelt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in een arrest van 16-2-2023.