Bewijs van ongehuwde staat bij erkenning van kinderen

De laatste tijd krijgt het Agentschap Integratie en Inburgering via haar juridische helpdesk familiaal internationaal privaatrecht veel vragen over het voorleggen van een bewijs van ongehuwde staat bij de erkenning van kinderen door hun biologische vader. Gemeenten vragen vaak zo’n bewijs om de erkenningsakte op te maken. Dat is echter niet altijd juridisch correct.

Grondvoorwaarden

De grondvoorwaarden om een kind te kunnen erkennen worden bepaald door het nationale recht van de persoon die wil erkennen (conform artikel 62 Wetboek IPR).

Vormvoorwaarden

De vormvoorwaarden van een erkenning worden in België bepaald door het Belgische recht.

De wet bepaalt niet welke documenten moeten worden voorgelegd om een erkenningsakte op te stellen. Zoals dat wel het geval is om een akte van huwelijksaangifte op te stellen (artikel 63 Burgerlijk Wetboek).

Als er documenten moeten worden voorgelegd om een erkenningsakte op te stellen, moet het juridisch te verantwoorden zijn waarom deze documenten nodig zijn.

Bewijs van ongehuwde staat van de moeder

Soms wordt een bewijs van ongehuwde staat van de moeder van het kind gevraagd als haar partner het kind wil erkennen. Het gaat dan om moeders:

  • die niet zijn ingeschreven in het Rijksregister of
  • van wie de burgerlijke staat onbepaald is in het Rijksregister

Als de moeder gehuwd is, is de kans groot dat er een vaderschapsvermoeden bestaat. Dat betekent dat de echtgenoot van de moeder juridisch gezien de vader van het kind is en dus als de vader moet worden opgenomen in de geboorteakte.

Het nationale recht van de echtgenoot bepaalt of er inderdaad een vaderschapsvermoeden geldt (conform artikel 62 Wetboek IPR). Bijna alle rechtsstelsels voorzien de regel dat de echtgenoot van de moeder in principe de juridische vader van het kind is.

Prenatale erkenning of erkenning bij geboorteaangifte

Is de geboorteaangifte nog niet gebeurd en is er nog geen geboorteakte? Dan is het terecht dat er een bewijs van ongehuwde staat van de moeder gevraagd wordt om de erkenningsakte op te stellen. Het doel hiervan is het uitsluiten van een vaderschapsconflict.

Erkenning na opstellen van geboorteakte

De situatie is anders bij een erkenning na geboorte. Er is dan een Belgische geboorteakte die de afstammingsbanden van het kind vaststelt. Akten van burgerlijke stand zijn authentieke documenten die dienen tot zeker bewijs van rechtsfeiten en rechtshandelingen die over de persoonlijke staat van een persoon gaan. Titel II van het 1ste boek van het Burgerlijk Wetboek vermeldt de geboorteakte als akte van burgerlijke stand.

Als er geen vaderlijke afstammingsband in de geboorteakte is vermeld, is er in de Belgische rechtsorde geen vaderlijke afstammingsband vastgesteld. Een erkenning moet dan kunnen. De erkenning afhankelijk maken van het voorleggen van een bewijs van ongehuwde staat is in deze omstandigheden niet correct.

Bewijs van ongehuwde staat van de vader

Veel gemeenten vragen in de volgende situaties een bewijs van ongehuwde staat om de erkenningsakte op te stellen aan de man die zijn kind wil erkennen:

  • wanneer hij niet is ingeschreven in het Rijksregister
  • wanneer zijn burgerlijke staat als onbepaald staat genoteerd

Toepasselijk recht

Zoals boven vermeld, worden de grondvoorwaarden om een kind te erkennen in principe bepaald door het nationale recht van degene die zijn kind wil erkennen. Het is dit toepasselijke recht dat bepaalt of een gehuwde man een kind kan erkennen bij een andere vrouw dan zijn echtgenote. Eventueel onder voorwaarden.

Als er in het toepasselijke recht geen bezwaar is dat een gehuwde man een kind erkent bij een andere vrouw, dan is het juridisch niet correct om een bewijs van ongehuwde staat te vragen aan de erkenner.

Uitzonderingsclausule

Sommige (met name islamitische) rechtsstelsels laten helemaal geen erkenning buiten het huwelijk toe. Dat is in strijd met de Belgische internationale openbare orde (artikel 21 Wetboek IPR). In plaats van het normaal toepasselijke buitenlandse recht zal dan het Belgische recht worden toegepast.

Volgens Belgisch recht kan een gehuwde man een kind erkennen. Die erkenning moet dan ter kennis gebracht worden van de echtgenoot of de echtgenote (artikel 319bis Burgerlijk Wetboek). Voor deze mededeling, kan de erkenning niet worden tegengeworpen aan de echtgenote of de echtgenote. Het gaat dus om een tegenstelbaarheidsvereiste en geen grondvoorwaarde.

Dus als het Belgische recht van toepassing is op de erkenning, eventueel via een uitzonderingsclausule van het Wetboek IPR, is het niet nodig om een bewijs van ongehuwde staat van de erkenner te vragen.

Manier waarop ongehuwde staat moet worden bewezen

In sommige gevallen wordt er dus terecht een bewijs van ongehuwde staat van een van de betrokkenen gevraagd om een erkenningsakte op te stellen. De vraag is dan op welke manier de betrokkene zijn burgerlijke staat kan aantonen.

Negatief bewijs

Het bewijs van ongehuwde staat is een delicaat gegeven. Het gaat om een negatief bewijs.

Er is geen wettelijke bepaling die preciseert hoe een persoon zijn burgerlijke staat moet bewijzen. De staat van een persoon wordt bepaald door zijn nationale recht (artikel 34 Wetboek IPR). Een bewijs van ongehuwde staat komt dus in principe uit het land waarvan de betrokkene de nationaliteit heeft.

Sommige personen kunnen echter geen celibaatsattest uit hun land van herkomst voorleggen. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat de persoon in kwestie asielzoeker of erkend vluchteling is en geen contact mag opnemen met de autoriteiten van zijn land van herkomst. Het kan ook zijn dat het land van herkomst geen celibaatsattesten aflevert.

De gemeente kan best de nodige soepelheid aan de dag leggen, rekening houdend met het hoger belang van het kind. Een verklaring op eer van de betrokkene over zijn burgerlijke staat kan in zo’n geval een oplossing bieden.