Hoe sluit je een huwelijk af in België?

In het kort

Huwen in België verloopt in 3 fasen:

  1. Je doet de aangifte en legt de vereiste documenten voor bij de burgerlijke stand 
  2. De ambtenaar van burgerlijke staat maakt de akte van huwelijksaangifte op
  3. Je treedt in het huwelijk ten minste veertien dagen na de huwelijksaangifte 

Kan je huwen in België?

Om te kunnen huwen in België, moet België internationaal bevoegd zijn om je huwelijk te voltrekken. Dat is het geval als: 

  • één van de toekomstige echtgenoten Belg is bij de voltrekking van het huwelijk, of 
  • één van de toekomstige echtgenoten zijn woonplaats in België heeft bij de voltrekking van het huwelijk, of 
  • één van de toekomstige echtgenoten bij de voltrekking van het huwelijk sinds meer dan 3 maanden zijn gewone verblijfplaats heeft in België

Een gewone verblijfplaats is niet noodzakelijk legaal. Ook als je illegaal in België verblijft, mag je er trouwen als je voldoet aan de grondvoorwaarden om te huwen (omzendbrief van 23 september 2004 bij het Wetboek IPR, subtitel K).

Welke wetgeving is van toepassing als je wil huwen in België?

Zijn zowel jij als je partner Belg? Dan is de Belgische huwelijkswetgeving volledig van toepassing.

Heb jij of heeft je partner een vreemde nationaliteit? Dan spelen de regels van het Belgisch internationaal privaatrecht (IPR). Volgens het IPR moet je een onderscheid maken tussen de grondvoorwaarden en de vormvoorwaarden om een geldig huwelijk af te sluiten in België. Grondvoorwaarden bepalen of je überhaupt mag huwen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een leeftijdsvereiste. Vormvoorwaarden bepalen de formaliteiten van het huwelijk. 

Het recht van het land waarvan je de nationaliteit hebt, bepaalt welke grondvoorwaarden op jou van toepassing zijn, ook al huw je in België. De grondvoorwaarden kunnen dus voor elke partner anders zijn. Voor de vormvoorwaarden is dat niet het geval: huw je in België? Dan gelden de Belgische vormvoorwaarden, ongeacht je nationaliteit. 

Op deze pagina gaan we alleen in op de Belgische grond- en vormvoorwaarden om te huwen. Wil je weten welke buitenlandse grondvoorwaarden van toepassing zijn op jou? Of welke vormvereisten er gelden om te huwen in een ander land? Ga dan naar de pagina over het toepasselijk recht.

Wat zijn de Belgische grondvoorwaarden voor het huwelijk?

Jij en je toekomstige echtgenoot moeten minstens 18 jaar oud zijn.

Uitzondering

Om gewichtige redenen kan de jeugdrechtbank de leeftijdsvoorwaarde van 18 jaar opheffen.

De vordering voor de jeugdrechtbank wordt ingediend met een verzoekschrift door: 

  • beide ouders, of
  • één van de ouders, of
  • de voogd, of
  • de minderjarige zelf indien de ouders of de voogd niet in het huwelijk toestemmen

De procedure wordt ingeleid tegen een bepaalde dag. De jeugdrechtbank doet uitspraak binnen 15 dagen nadat de ouders (of de voogd), de minderjarige en de aanstaande echtgenoot werden opgeroepen en de procureur des Konings werd gehoord.

Hoger beroep tegen het vonnis van de jeugdrechtbank is mogelijk binnen 8 dagen na de uitspraak. Het hof van beroep doet op zijn beurt uitspraak binnen 15 dagen. Tegen het vonnis of arrest is geen verzet mogelijk.

Jij en je toekomstige echtgenoot moeten elk je toestemming geven om het huwelijk aan te gaan. Er is geen toestemming als één van jullie bijvoorbeeld gedwongen wordt om te huwen of krankzinnig of dronken is.

Je moet huwen met de bedoeling een duurzame levensgemeenschap op te richten. Is dat niet het geval en sluit je het huwelijik alleen af om een verblijfsrechtelijk voordeel te bekomen voor jezelf of voor je partner, dan gaat het om een 'schijnhuwelijk'. Een schijnhuwelijk is verboden. Lees hier meer over het schijnhuwelijk. 

Huwen met een familielid is niet altijd toegelaten. Het huwelijk is verboden tussen:

  • alle bloedverwanten in de rechte opgaande en neergaande lijn en de aanverwanten in dezelfde lijn. Bijvoorbeeld: vader en dochter. 
  • alle aanverwanten in de rechte opgaande en neergaande lijn. Bijvoorbeeld: schoonmoeder en schoonzoon. De Koning kan dat verbod wel opheffen.
  • broers en zussen onderling.
  • oom en nicht of neef, of tussen tante en nicht of neef. De Koning kan dat verbod wel opheffen.

In België zijn alleen monogame huwelijken toegelaten. Polygamie is verboden. Een eerder afgesloten huwelijk moet dus eerst ontbonden zijn vooraleer je opnieuw kan huwen. Ook mogen jij of je toekomstige huwelijkspartner geen wettelijke samenwoning hebben met een andere persoon (dan de toekomstige huwelijkspartner). Is dat wel het geval, dan moet de wettelijke samenwoning eerst beëindigd worden.

Welke documenten heb je nodig?

Onderstaande documenten moeten voorgelegd worden wanneer je de huwelijksaangifte doet bij de bevoegde ambtenaar (zie verder).

Om te kunnen huwen moeten jij en je partner een geldige geboorteakte hebben. 

De ambtenaar waarbij je de huwelijksaangifte doet, raadpleegt de Databank voor Akten van de Burgerlijke Stand (DABS) om je geboorteakte te bekijken. Als je geboorteakte niet is opgenomen in de DABS, maar wel in België is opgemaakt of al werd overgeschreven, dan vraagt de ambtenaar eerst aan de bevoegde ambtenaar om je geboorteakte op te nemen in de DABS. Als dat niet mogelijk is, omdat je geboorteakte bijvoorbeeld in het buitenland werd opgesteld en nog niet in België is voorgelegd, dan moeten jij en je partner zelf een uittreksel voorzien. 

Kan je geen geboorteakte voorleggen? Omdat je bijvoorbeeld je land ontvlucht bent? Dan zijn er verschillende oplossingen mogelijk:

  • Je kan aan de familierechtbank vragen om je ontbrekende geboorteakte te vervangen. Dat doe je door een verzoekschrift in te dienen, eventueel met behulp van een advocaat (artikel 27 en 35 Burgerlijk Wetboek). Als de familierechter de vervanging toelaat, geldt het vonnis als vervanging van je geboorteakte. Dat vonnis blijft geldig en kan worden gebruikt in alle situaties waarin je je geboorteakte moet voorleggen in België. Daarom is deze oplossing de meest aan te raden optie. Je kan de vernietiging of het verlies van je geboorteakte en de inhoud ervan bewijzen met geschriften, andere authentieke bronnen, of getuigen. 
  • Je kan ook beroep doen op de cascaderegeling van art. 164/3 tot 164/6 bis Burgerlijk Wetboek. De cascaderegeling voorziet het volgende:
    • Kan je je geboorteakte niet bekomen? En ben je geboren in Afghanistan, Somalië, Zuid-Soedan of de enclave Cabinda in Angola? Dan kan je je geboorteakte vervangen door een geboorteattest. 
    • Ben je niet geboren in Afghanistan, Somalië, Zuid-Soedan of de enclave Cabinda in Angola, óf kan je geen geboorteattest bekomen? En kan je de onmogelijkheid of de zware moeilijkheden aantonen? Dan kan je terugvallen op een akte van bekendheid.
    • Kan je geen akte van bekendheid bekomen, maar wel de onmogelijkheid aantonen? Dan kan je terugvallen op een beëdigde verklaring.

Een akte van bekendheid of een beëdigde verklaring gelden alleen voor het aangaan van het huwelijk. Als je later opnieuw een geboorteakte nodig zou hebben, dan moet je opnieuw een procedure voeren. 

Jij en je partner moeten je identiteit bewijzen. In principe doe je dat met een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort. Kan je geen identiteitskaart of paspoort voorleggen, dan kan de ambtenaar van de burgerlijke stand elk ander document aanvaarden dat je identiteit bewijst. Bijvoorbeeld een rijbewijs of laissez passer met foto. Er moet altijd een foto staan op het voorgelegde identiteitsbewijs, tenzij die eis onredelijk is.

Je kan een bewijs van nationaliteit opvragen in je land van herkomst. Een geldig nationaal paspoort of een geldige Europese identiteitskaart kunnen ook gelden als bewijs van nationaliteit. In sommige landen is ook een verlopen paspoort een geldig bewijs van nationaliteit, bv. Frankrijk.

Ben je ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister? Dan kan de ambtenaar van de burgerlijke stand de gegevens uit dat register opvragen en toevoegen als bewijs van je nationaliteit. Als de ambtenaar vindt dat de informatie in het Rijksregister niet correct, niet bijgewerkt of onvolledig is, dan vraagt hij alsnog een bewijs van nationaliteit. De soepele bewijsregeling geldt niet als je ingeschreven bent in het wachtregister.

Jij en je partner moeten bewijzen dat je ongehuwd bent. Je kan onmogelijk een huwelijksaangifte doen als jij of je aanstaande echtgenoot nog in een echtscheidingsprocedure zit.

In principe bewijs je je ongehuwde staat met een attest van ongehuwdheid uit het land waarvan je de nationaliteit hebt.

Was je vroeger al gehuwd? Dan bewijs je je ongehuwde staat door een bewijs voor te leggen van de ontbinding of nietigverklaring van je vorig huwelijk. Als de (laatste) echtscheiding of nietigverklaring in België uitgesproken of overgeschreven werd, zal de ambtenaar van de burgerlijke stand dat bewijs zelf opvragen via de DABS.

Ben je ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister? Dan kan de ambtenaar van de burgerlijke stand de gegevens uit dat register opvragen en als bewijs toevoegen aan het dossier, tenzij de ambtenaar vindt dat de informatie in het Rijksregister niet correct, niet bijgewerkt of onvolledig is. Bijvoorbeeld bij een lopend onderzoek naar de ontbinding van een vorig huwelijk. In dat geval vraagt hij toch een bewijs van ongehuwde staat. De soepele bewijsregeling geldt niet als je ingeschreven bent in het wachtregister.

Als je werkelijk geen bewijs van ongehuwde staat uit je land van herkomst kan voorleggen, kan je andere feitelijke bewijzen voorleggen aan de ambtenaar van burgerlijke stand. Die kan de andere feitelijke bewijzen beoordelen en aanvaarden.

Je moet het bewijs leveren van je inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister of een bewijs van je actuele verblijfplaats. Als noch jij, noch je partner de Belgische nationaliteit heeft, en geen van beide is ingeschreven in het rijksregister, moet je ook bewijzen dat jij of je partner een gewone verblijfplaats in België heeft sinds meer dan drie 3 maanden.

Ben je ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister? Dan kan de ambtenaar van de burgerlijke stand de gegevens uit dat register opvragen en als bewijs toevoegen aan het dossier, tenzij de ambtenaar vindt dat de informatie in het Rijksregister niet correct, niet bijgewerkt of onvolledig is. In dat geval vraagt hij toch een bewijs van inschrijving of van verblijfplaats. De soepele bewijsregeling geldt niet als je ingeschreven bent in het wachtregister.

Ben jij, noch je partner, Belg zijn of ingeschreven in het Rijksregister en is jullie actuele verblijfplaats in België, dan moet je ook nog bewijzen dat je je gewone verblijfplaats in België hebt sinds meer dan 3 maanden. Dat bewijs kan je leveren met alle mogelijke bewijsmiddelen. Bijvoorbeeld met een vliegtuigticket, betaling van huurgelden, bewijs van administratieve formaliteiten bij de overheden of een verslag door de wijkagent.

Normaal gebeurt een huwelijksaangifte door de beide aanstaande echtgenoten. Wil je de huwelijksaangifte alleen doen? Dan moet je een gelegaliseerd schriftelijk bewijs voorleggen waarin de afwezige aanstaande echtgenoot instemt met de aangifte. Dat hoeft geen volmacht te zijn. Een zelfgeschreven verklaring van de afwezige echtgenoot met zijn gelegaliseerde handtekening is voldoende. De legalisatie van de handtekening kan gebeuren door een plaatselijke ambtenaar of notaris die daarvoor bevoegd is. 

Alleen de partner met een niet-Belgische nationaliteit moet dit document voorleggen. Het is een authentiek document uit het land van herkomst waarin de voorwaarden staan vermeld om te kunnen huwen volgens dat nationaal recht. Het document moet de ambtenaar van de burgerlijke stand toelaten om na te gaan of de vreemde partner voldoet aan de grondvoorwaarden om te huwen. Soms zoekt de ambtenaar van de burgerlijke stand ook zelf de inhoud van het toepasselijke recht op. 

Erkende vluchtelingen hoeven geen akte van gewoonterecht voor te leggen aangezien op hun het Belgische recht van toepassing is. 

De ambtenaar van de burgerlijke stand kan naast bovenstaande documenten elk ander document vragen dat hij noodzakelijk acht om te kunnen nagaan of je voldoet aan de wettelijke voorwaarden om te huwen (bijvoorbeeld een eventuele ontheffing van de leeftijdsvereiste door de jeugdrechtbank). Vraagt de ambtenaar dat je nog een andere akte van de burgerlijke stand voorlegt? Als de akte in België opgemaakt of overgeschreven werd, zal hij het bewijs zelf opvragen.

Administratieve vereenvoudiging

De wet van 3 december 2005 en de omzendbrief van 16 januari 2006 vereenvoudigden de formaliteiten voor een huwelijksaangifte. Daardoor kan de ambtenaar van de burgerlijke stand in veel gevallen zelf de nodige documenten opvragen.

Welke ambtenaar is bevoegd voor de aangifte en voltrekking van je huwelijk?

Klik hieronder op jouw situatie om te weten welke ambtenaar bevoegd is. Als er geen enkele ambtenaar bevoegd is, kan je voor de ambtenaar van de burgerlijke stand in Brussel.

De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar jij of je aanstaande echtgenoot is ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister is bevoegd voor de opmaak van de huwelijksaangifte en de voltrekking van het huwelijk. Je inschrijving wordt beoordeeld op de datum van de opmaak van de akte van huwelijksaangifte. 

Opgelet. Stemt je actuele verblijfplaats niet overeen met de gemeente waar je bent ingeschreven? Dan is de ambtenaar van de gemeente van je actuele verblijfplaats bevoegd. 

De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de actuele verblijfplaats van één van jullie is bevoegd als:

  • geen van jullie is ingeschreven in het Rijksregister
  • de actuele verblijfplaats van één van jullie of beiden niet overeenstemt met de inschrijving in het Rijksregister

Voor Belgen die in het buitenland verblijven en die niet zijn ingeschreven in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente, kan de aangifte gebeuren bij:

  • de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de laatste inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van jou of je aanstaande echtgenoot
  • de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar een bloedverwant tot en met de 2de graad van jou of je aanstaande echtgenoot zijn inschrijving heeft op de datum van de opmaak van de akte
  • de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de geboorteplaats van één van de aanstaande echtgenoten

Kunnen jij of je aanstaande echtgenoot geen beroep doen op één van de bovenstaande mogelijkheden? Dan is de ambtenaar van de burgerlijke stand van Brussel bevoegd voor jullie huwelijksaangifte.

Stap 1: de huwelijksaangifte

De huwelijksaangifte is de eerste stap die jij en je partner moeten zetten om te huwen in België. Het is een officiële verklaring waarmee jullie aangeven dat je wil huwen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. De bevoegde ambtenaar maakt een huwelijksaangifte op als jij en je partner alle vereiste, erkende documenten hebben voorgelegd. Het is geen garantie dat het huwelijk ook effectief voltrokken zal worden (stap 2).

Jij en je toekomstige echtgenoot moeten persoonlijk aangifte doen van jullie huwelijk bij de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand. De akte van aangifte moet samen met de ambtenaar van de burgerlijke stand ondertekend worden door de aangever(s). Je dient daarbij alle vereiste documenten in. 

Als je zonder je partner aangifte wil doen, moet je een gelegaliseerd schriftelijk bewijs voorleggen waarin de afwezige partner instemt met de huwelijksaangifte.

De procureur des Konings kan je om gewichtige redenen vrijstellen van de verplichting om een huwelijksaangifte te doen.

Wanneer je alle documenten hebt ingediend, krijg je een ontvangstbewijs. Dat bevestigt alleen de volledigheid van je aangiftedossier, maar is nog geen huwelijksaangifte.

De afgifte van het ontvangstbewijs is belangrijk om 2 redenen:

  1. De wettelijke termijn waarbinnen de ambtenaar van de burgerlijke stand de huwelijksaangifte moet opmaken begint op dat moment te lopen.
  2. Heb je een bevel gekregen om het grondgebied te verlaten? Het ontvangstbewijs beschermt je tijdelijk tegen een gedwongen uitvoering van het bevel.

Volgens de omzendbrief over de strijd tegen schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen van 6 september 2013 moet de ambtenaar van de burgerlijke stand geen ontvangstbewijs afgeven als hij de huwelijksaangifte onmiddellijk opmaakt. Dat druist in tegen de wet. Volgens artikel 164/2 §5  Burgerlijk Wetboek is de ambtenaar van de burgerlijke stand verplicht een ontvangstbewijs af te geven van zodra alle vereiste documenten overgemaakt werden. De wet voorziet daarop geen uitzonderingen. 

Ben je een vreemdeling zonder wettig verblijf of zit je in precair verblijf? Gegevensuitwisseling met DVZ.

De ambtenaar van de burgerlijke stand moet Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) informeren over elk voorgenomen huwelijk met een vreemdeling zonder wettig verblijf of een vreemdeling in precair verblijf. De ambtenaar moet een fiche invullen en opsturen naar DVZ zodra het ontvangstbewijs wordt afgegeven aan het koppel dat huwelijksaangifte doet.

DVZ zal binnen 30 dagen na de ontvangst van de fiche de relevante inlichtingen waarover het beschikt overmaken aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Voorbeelden van relevante inlichtingen zijn: een huwelijk in het buitenland, een geweigerd huwelijk, en feitelijke samenwoonst met een andere persoon.

Termijn 

De ambtenaar van de burgerlijke stand moet binnen een maandna de afgifte van het ontvangstbewijs een beslissing nemen inzake de opmaak van een huwelijksaangifte.

Die termijn geldt niet wanneer de ambtenaar twijfels heeft over de geldigheid of echtheid van de documenten die overgemaakt werden. In dat geval brengt hij de aanstaande echtgenoten onmiddellijk op de hoogte van zijn twijfels. Het is aangewezen dat hij zijn gemotiveerde beslissing om de termijn te verlengen overmaakt aan betrokkenen met een aangetekend schrijven of door een rechtstreekse overhandiging tegen ontvangstbewijs (omzendbrief over strijd tegen schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen van 6 september 2013). De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft dan 3 maanden tijd, te rekenen vanaf de datum van het ontvangstbewijs, om een beslissing te nemen over de geldigheid of echtheid van de documenten en over het opmaken van de akte van huwelijksaangifte.

Neemt hij geen enkele beslissing binnen 3 maanden? Dan is de ambtenaar verplicht om onmiddellijk de akte van huwelijksaangifte op te maken.

Weigering opmaak huwelijksaangifte

De ambtenaar van de burgerlijke stand kan alleen weigeren om de akte van huwelijksaangifte op te stellen in de volgende gevallen:

  • Jullie dienden niet alle vereiste documenten in. 
  • De ambtenaar erkent de geldigheid of de echtheid van de voorgelegde documenten niet. Bijvoorbeeld omdat een document niet gelegaliseerd is, niet vertaald is door een beëdigd vertaler of niet voldoende recent is.

De ambtenaar van de burgerlijke stand moet jou en je toekomstige echtgenoot onmiddellijk op de hoogte brengen van zijn gemotiveerde weigeringsbeslissing. Hij moet dat doen met een aangetekend schrijven of door rechtstreekse overhandiging tegen ontvangstbewijs. De kennisgeving moet de beroepsmogelijkheden vermelden (omzendbrief over strijd tegen schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen van 6 september 2013). De ambtenaar maakt een kopie van zijn weigeringsbeslissing, samen met een kopie van alle nuttige documenten, over aan de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement waarin de weigering plaatsvond.

Is één van jullie of zijn beiden op de dag van de weigering van de opmaak van de huwelijksakte niet ingeschreven in de gemeente of heb je er geen actuele verblijfplaats? Dan brengt de ambtenaar van de burgerlijke stand zijn collega van de gemeente van inschrijving of van de actuele verblijfplaats op de hoogte van zijn weigeringsbeslissing.

Jij en je aanstaande echtgenoot kunnen binnen een maand na de kennisgeving van de weigeringsbeslissing beroep aantekenen. Dat doe je bij de familierechtbank. Bij een positieve beslissing van de familierechtbank zal de rechter de ambtenaar bevelen de akte van huwelijksaangifte alsnog op te maken. Tegen een negatieve beslissing van de familierechtbank kan je beroep aantekenen bij het hof van beroep. 

Stap 2: de voltrekking van het huwelijk

Ten vroegste 14 dagen na de opmaak van de huwelijksaangifte kan het huwelijk voltrokken worden. De ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte van huwelijksaangifte opmaakte, voltrekt het huwelijk in het openbaar, doorgaans in het gemeentehuis. De ambtenaar zal het huwelijk enkel voltrekken als hij van oordeel is dat jij en je partner aan de grondvoorwaarden om te huwen, voldoen.

In principe kies je zelf de huwelijksdatum. De datum moet wel liggen tussen de 14de dag na de datum van de akte van huwelijksaangifte en 6 maanden na die 14de dag. Als je huwelijk niet binnen die termijn voltrokken is, dan moet er een nieuwe huwelijksaangifte gebeuren.

De procureur des Konings kan om gewichtige redenen vrijstelling geven van de wachttijd van 14 dagen en de termijn van 6 maanden verlengen.

Als de ambtenaar van de burgerlijke stand een ernstig vermoeden heeft dat niet voldaan is aan de huwelijksvoorwaarden of dat het huwelijk strijdig is met de openbare orde (bijvoorbeeld een schijnhuwelijk), kan hij het huwelijk tot maximum 2 maanden na de gekozen huwelijksdatum uitstellen. Hij moet je onmiddellijk op de hoogte brengen van zijn gemotiveerde beslissing tot uitstel. Hij doet dat best met een aangetekend schrijven of door rechtstreekse overhandiging tegen ontvangstbewijs (omzendbrief over strijd tegen schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen van 6 september 2013).

Het parket kan die termijn nog eens verlengenmet een periode van maximum 3 maanden. In dat geval brengt het parket de ambtenaar daarvan op de hoogte, die op zijn beurt jullie moet verwittigen. Hij doet dat best met een aangetekend schrijven of door rechtstreekse overhandiging tegen ontvangstbewijs (omzendbrief over strijd tegen schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen van 6 september 2013).

In totaal kan het huwelijk dus maximum 5 maanden uitgesteld worden.

Als de ambtenaar geen enkele beslissing genomen heeft binnen de termijn van maximum 2 maanden, eventueel verlengd met 3 maanden, dan moet hij het huwelijk onmiddellijk voltrekken. Zelfs als intussen de termijn van 6 maanden en 14 dagen na de huwelijksaangifte verstreken is.

De ambtenaar van de burgerlijke stand weigert het huwelijk te voltrekken in de volgende gevallen: 

  • Er is niet voldaan aan de voorwaarden of hoedanigheden om te mogen huwen.
  • Het huwelijk is strijdig met de openbare orde. 

Meestal weigert de ambtenaar van de burgerlijke stand een huwelijk te voltrekken omdat hij denkt dat het gaat om een schijnhuwelijk. Een opgestelde akte van huwelijksaangifte is dus geen garantie dat je ook echt kan huwen.

De ambtenaar van de burgerlijke stand moet je onmiddellijk op de hoogte brengen van zijn gemotiveerde weigeringsbeslissing. Hij moet dat doen met een aangetekend schrijven of door rechtstreekse overhandiging tegen ontvangstbewijs. De kennisgeving moet je beroepsmogelijkheden vermelden (omzendbrief over strijd tegen schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen van 6 september 2013). Is één van jullie of zijn jullie beiden op de dag van de huwelijksweigering niet ingeschreven in de gemeente of heb je er geen actuele verblijfplaats, dan brengt de ambtenaar van de burgerlijke stand zijn collega van de gemeente van inschrijving of van de actuele verblijfplaats op de hoogte van zijn weigeringsbeslissing.

De ambtenaar maakt ook een kopie van zijn weigeringsbeslissing, samen met een kopie van alle nuttige documenten, over aan de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement waarin de weigering plaatsvond. Als hij het huwelijk weigerde omdat hij denkt dat het gaat om een schijnhuwelijk, maakt hij ook een kopie over aan DVZ

Jij of je aanstaande echtgenoot kunnen binnen de maand na de kennisgeving van de weigeringsbeslissing beroep aantekenen bij de familierechtbank. Bij een positieve beslissing zal de familierechtbank de ambtenaar bevelen het huwelijk te voltrekken. Tegen een negatieve beslissing van de familierechtbank kan je beroep aantekenen bij het hof van beroep.

Als je beroep aantekent tegen de weigering van de ambtenaar van de burgerlijke stand om het huwelijk te voltrekken, kan je de familierechtbank vragen om de termijn van 6 maanden om het huwelijk te voltrekken, te verlengen. Op die manier voorkom je dat je een nieuwe huwelijksaangifte moet doen.

Opschorting van het bevel om het grondgebied te verlaten

Als je een bevel kreeg om het grondgebied te verlaten en je wil huwen, dan voorziet de omzendbrief van 17 september 2013 in een tijdelijke bescherming tegen gedwongen verwijdering. Dat moet je toelaten om te huwen in België. Het recht om te huwen is immers een fundamenteel mensenrecht.

De bescherming tegen gedwongen verwijdering geldt vanaf de datum van het ontvangstbewijs dat je krijgt van de ambtenaar van de burgerlijke stand wanneer je de nodige documenten overmaakte om een huwelijksaangifte te doen.

Het bevel wordt niet gedwongen uitgevoerd tot:

  • de dag volgend op de dag van de huwelijksvoltrekking, of
  • de dag van de weigering van de huwelijksvoltrekking, of
  • het verstrijken van de termijn van 6 maanden waarbinnen het huwelijk voltrokken moet worden.

De omzendbrief van 17 september 2013 somt een aantal gevallen op waarin DVZ je bevel toch zal uitvoeren:

  • Je wordt geacht de openbare orde of de nationale veiligheid te schaden.
  • Je wordt geacht de internationale betrekkingen van België of van een Staat die partij is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen, die België bindt, te kunnen schaden. In dat geval is er een eensluidend advies nodig van de Commissie van Advies voor Vreemdelingen. 
  • Je staat ter fine van weigering van toegang gesignaleerd in de Staten die partij zijn bij de Uitvoeringsovereenkomst van het Akkoord van Schengen, ondertekend op 19 juni 1990, hetzij omdat je aanwezigheid een gevaar uitmaakt voor de openbare orde of de nationale veiligheid, hetzij omdat je het voorwerp uitmaakte van een verwijderingsmaatregel die niet ingetrokken of opgeschort werd en die een verbod van toegang behelst wegens overtreding van de nationale bepalingen inzake de binnenkomst of het verblijf van de vreemdelingen.
  • Je oefent een beroepsbedrijvigheid uit als zelfstandige of in ondergeschikt verband, zonder in het bezit te zijn van de daartoe vereiste machtiging. 
  • Je werd overgedragen aan de Belgische overheden met toepassing van de internationale overeenkomsten of akkoorden die België binden, door de overheden van de overeenkomstsluitende Staten, ter verwijdering van het grondgebied van die Staten.
  • Je moet door de Belgische overheden overgedragen worden aan de overheden van de overeenkomstsluitende Staten met toepassing van de internationale overeenkomsten of akkoorden die België binden.
  • Je werd sedert minder dan 10 jaar uit het Rijk teruggewezen of uitgezet, en de maatregel werd niet opgeschort of ingetrokken.
  • Je maakt het voorwerp uit van een inreisverbod dat niet opgeschort of opgeheven is. 
  • Je maakte in het verleden al het voorwerp uit van een beslissing tot weigering om een huwelijk te voltrekken of om melding te maken van een verklaring van wettelijke samenwoning.