Materiële opvang voor niet-begeleide minderjarigen

Recht op opvang

Voordat de jongere zijn recht op opvang kan uitoefenen, moet hij eerst als niet-begeleide minderjarige geïdentificeerd worden. Lees meer over de definitie van NBM en de identificatie.

Op basis van de Opvangwet heb je als niet-begeleide minderjarige vreemdeling recht op materiële opvang, ongeacht je verblijfsprocedure.

Als niet-begeleide Europese minderjarigen word je slechts kortstondig opgevangen in een observatie- en oriëntatiecentrum. Daarna word je enkel opgevangen in crisisopvang op vraag van de Voogdijdienst. Fedasil beschouwt niet-begeleide Europese minderjarige in principe niet als begunstigden van de opvangwet omdat Europeanen verondersteld worden wettig in België te verblijven op basis van het vrij verkeer. Om opvanggerechtigd te worden, moeten niet-begeleide Europese minderjarigen bewijs van onwettig verblijf leveren.    

Wat houdt materiële opvang in?

Omvang van de bijstand naargelang verblijfssituatie

Als je als niet-begeleide minderjarige asiel hebt aangevraagd, heb je recht op materiële opvang en geen recht op financiële bijstand behalve in geval van plaatsgebrek in de centra en in geval van gezinshereniging. 

Als je geen asiel hebt aangevraagd, heb je recht op materiële bijstand in het centrum dat je huisvest.

Als je erkend werd als vluchteling of een verblijfstitel hebt gekregen, heb je recht op financiële steun. 

Verblijf je in een opvangstructuur, dan heb je toegang tot medische verzorging die door Fedasil wordt betaald. Onder bepaalde voorwaarden heb je recht op een ziekteverzekering en kan je je aansluiten bij een ziekenfonds. Dat recht vervalt bij verlies van je hoedanigheid als NBM. 

Een aantal centra verleent psychologische bijstand: centrum Exil, centrum Mentor-Escale, Solentra vzw, … In Vlaanderen bieden de CLB's bijstand en ondersteuning aan leerlingen terwijl in de Franse Gemeenschap de PMS-centra zorgen voor psycho-medische-sociale bijstand. 

Je hebt recht op kosteloze rechtsbijstand voor de procedures m.b.t. je verblijf. Je kan kosteloos een beroep doen op een advocaat voor je verdediging en voor de gerechtskosten. Je moet daarvoor je identiteitskaart voorleggen of enig ander document waaruit je staat blijkt of dat een bewijs is voor je hoedanigheid van vreemdeling die asiel aanvraagt of een verblijfsvergunning aanvraagt (bijvoorbeeld een getuigschrift van de dienst Voogdij waaruit de staat van je minderjarigheid blijkt).

Waar heb je recht op materiële opvang?

De materiële opvang van niet-begeleide minderjarigen verloopt in drie fasen: opvang in een observatie- en oriëntatiecentrum, opvang in een opvangcentrum of leefgroep en tot slot de overgang naar individuele opvang.

Eerst kom je als niet-begeleide minderjarige vreemdeling (NBMV) terecht in een federaal observatie- en oriëntatiecentrum (OOC) beheerd door Fedasil in Neder-over-Heembeek, Steenokkerzeel of Sint-Pieters-Woluwe. Ben je een niet-asielzoeker, dan word je meestal toegewezen aan het observatie- en oriëntatiecentrum in het groen in Sugny. 

Als je je zonder de vereiste binnenkomstdocumenten aan de grens aanmeldt en er bestaan twijfels over je leeftijd, kan je in een gesloten centrum worden geplaatst gedurende drie werkdagen (verlengbaar met drie dagen).

Als uit de leeftijdstest blijkt dat je effectief minderjarig bent, word je binnen de 24 uur na kennisgeving van de leeftijdbepaling naar een observatie- en oriëntatiecentrum gebracht. 

Blijkt dat je meerderjarig bent, dan neemt DVZ een beslissing over je uitzetting of toelating tot het grondgebied.

Je verblijft twee weken in een OOC. Die termijn kan verlengd worden tot dertig dagen. 

In een tweede fase word je door Fedasil opgevangen in specifieke vleugels voor minderjarigen in een collectief opvangcentrum of in collectieve opvangstructuren waar enkel NBMV's worden opgevangen. Dit geldt voor niet-begeleide minderjarige asielzoekers en voor niet-begeleide minderjarigen die de bijzondere verblijfsprocedure hebben lopen. 

De collectieve opvangcentra van Fedasil hebben een speciale afdeling of vleugel voor NBMV's die afgescheiden is van die van volwassenen. 

De jongste NBMV's (-15jaar) kunnen opgevangen worden in leefgroepen georganiseerd door Fedasil en het Agentschap Jongerenwelzijn (AJW) of de Administration Générale de l'Aide à la Jeunesse (AGAJ)

In de tweede fase kan je dus worden opgevangen in:

  • een afdeling of vleugel van een federaal collectief opvangcentrum
  • een collectief opvangcentrum exclusief voor NBMV's
  • een vleugel van een opvangcentrum van het Rode Kruis of Croix Rouge
  • een leefgroep van AJW of AGAJ

Waar je precies wordt opgevangen in de tweede fase hangt af van de beschikbaarheid van een opvangplaats en gebeurt door de dienst Dispatching van Fedasil op voordracht van het OOC.   

Je hebt het recht de aangeboden opvang van Fedasil te weigeren en de opvang te verlaten om te gaan wonen bij een volwassene. 

Andere, oudere kwetsbare niet-begeleide minderjarige vreemdelingen worden soms opgevangen door de Jeugdhulp van de Gemeenschappen. 

  • Voor de Vlaamse Gemeenschap is dat de Integrale Jeugdhulp.

  • Voor de Franse Gemeenschap is dat de Aide à la Jeunesse.

Minderjarigen die een misdrijf hebben gepleegd en gewelddadige minderjarigen vallen onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen. 

Als de bevoegde instanties inschatten of vaststellen dat je een slachtoffer bent van mensenhandel, kan je worden opgevangen in een gespecialiseerd opvangcentrum zoals Esperanto (Wallonië) en Minor Ndako (Vlaanderen en Brussel).  

Wanneer je tijdens je verblijf in een collectieve opvangstructuur gemachtigd wordt tot een verblijf van meer dan drie maanden, krijg je een plaats in een individuele opvangstructuur toegewezen wanneer je:

  • een beslissing tot machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden werd betekend,
  • minstens 16 jaar oud bent, of 15 jaar en voldoende autonoom,
  • minstens 4 maanden in een collectief opvangcentrum (tijdens de 2e fase) hebt verbleven,
  • over een minimale capaciteit tot communicatie beschikt en
  • geen objectief gevaar voor jezelf of voor andere bewoners vormt door je gedrag of medische situatie. 

Zodra je de beslissing over je verblijf ontvangt, nodigt de sociaal assistent je uit voor een gesprek om de gevolgen voor de opvang met je te bespreken. Je voogd moet voor dit gesprek uitgenodigd worden. 

Als je akkoord gaat met een transfer naar een individuele opvangstructuur, verstuurt de sociaal assistent een dag na het gesprek een aanvraag tot wijziging van de verplichte plaats van inschrijving aan Fedasil. Wanneer Fedasil een individuele opvangplaats toewijst, heb je vijf werkdagen om te verhuizen. Als je weigert te verhuizen, ontvang je een beslissing waarin een einde wordt gesteld aan je recht op opvang en moet je de collectieve opvangstructuur verlaten binnen de drie werkdagen.

Als je tijdens het gesprek met de sociaal assistent aangeeft dat je eigen huisvesting hebt gevonden, moet je binnen de vijftien dagen de collectieve opvangstructuur verlaten. Als het je toch niet lukt om te verhuizen naar eigen huisvesting, moet de sociaal assistent een aanvraag tot transfer naar een individuele opvangstructuur indienen. 

De transfer naar een individuele opvangstructuur kan tijdelijk worden uitgesteld wanneer:

  • het opvangcentrum concludeert dat je onvoldoende autonoom bent op het moment van de betekening van de beslissing tot machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden,
  • je een machtiging tot een verblijf van meer dan drie maanden krijgt tussen 1 april en het einde van het schooljaar en je je schooljaar vanuit de collectieve opvangstructuur wil afwerken of
  • je werd aangemeld bij de Integrale Jeugdhulp en een positief antwoord kreeg, en in afwachting van de toekenning van een specifieke plaats in dat kader langer in het collectief opvangcentrum wil verblijven 

In deze gevallen dient de sociaal assistent een aanvraag tot transfer in met vermelding van een termijn waarbinnen de transfer naar de individuele opvangstructuur mogelijk zal zijn. Fedasil beslist hoe lang het verblijf in de collectieve opvangstructuur verlengd kan worden. 

In principe kan je zes maanden in de individuele opvangstructuur verblijven. Je kan een verlenging van deze termijn aanvragen ten laatste een maand voor het einde van het recht op materiële hulp. Een verlenging wordt toegekend per zes maanden, en dit tot je 17 jaar en zes maanden bent. Na die leeftijd beslist Fedasil geval per geval over een eventuele verlenging. Als je 17 jaar en zes maanden bent wanneer je in de individuele opvangstructuur aankomt en je niet kan verhuizen voordat je meerderjarig wordt, kan eveneens een aanvraag tot verlenging worden ingediend.   

Je kan dus individueel opgevangen worden in:

  • een lokaal opvanginitiatief (LOI) of stedelijk opvanginitiatief (SOI) specifiek voor NBMV's
  • een woonst van een NGO (Ciré, Caritas, Mentor Escale of Minor Ndako)

Als je uitgeprocedeerd bent, maar nog steeds een niet-begeleide minderjarige in de opvang, wordt je verder opgevangen tot je volwassen wordt. Je hebt vanaf 16 jaar de mogelijkheid om in te stappen in een specifiek begeleidingstraject van Fedasil (pilootproject 'My Future' in Arendonk en Bovigny).