Controle op schijnhuwelijken

In het kort

De ambtenaar van de burgerlijke stand en het parket hebben een aantal preventieve controlemogelijkheden in de strijd tegen schijnhuwelijken: 

  • de huwelijksdatum uitstellen zodat bijkomend onderzoek mogelijk is bij een ernstig vermoeden van schijnhuwelijk
  • weigeren het huwelijk te voltrekken
  • gegevens uitwisselen via het Rijksregister

Ook bij huwelijken in het buitenland gebeurt er regelmatig een onderzoek naar schijnhuwelijk:

  • bij het afleveren van een attest van geen huwelijksbeletsel
  • bij het onderzoek naar de erkenning van een buitenlandse huwelijksakte 

Uitstel van huwelijksdatum

In principe kies je zelf een huwelijksdatum. Die datum moet ten vroegste 14 dagen en ten laatste 6 maanden en 14 dagen na de huwelijksaangifte vallen (artikel 165 Burgerlijk Wetboek). De ambtenaar van de burgerlijke stand kan de huwelijksdatum met maximum 2 maanden uitstellen als er een ernstig vermoeden van schijnhuwelijk is. Die periode dient om bijkomend onderzoek uit te voeren. Het parket kan die periode vervolgens nog eens met maximum 3 maanden verlengen.

Soms wordt er al een onderzoek gevoerd nog vóór je een huwelijksaangifte doet, maar dat is vanuit wettelijk oogpunt betwistbaar.

Bepaalde steden en gemeenten richtten een cel schijnhuwelijken op voor het onderzoek naar mogelijke schijnhuwelijken.

Bij een ernstig vermoeden van schijnhuwelijk kan de ambtenaar van de burgerlijke stand de gekozen huwelijksdatum maximum 2 maanden uitstellen. Dat dient om bijkomend onderzoek uit te voeren en eventueel advies te vragen aan het parket. Een advies van het parket is niet bindend. De ambtenaar van de burgerlijke stand moet het koppel onmiddellijk op de hoogte brengen van zijn de beslissing om het huwelijk uit te stellen. Dat gebeurt best met een aangetekend schrijven of door rechtstreekse overhandiging tegen ontvangstbewijs (omzendbrief over strijd tegen schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen van 6 september 2013). 

Het parket kan de termijn nog eens verlengen met maximum 3 maanden. In dat geval brengt het parket de ambtenaar op de hoogte, die dan het koppel verwittigt. Dat gebeurt best met een aangetekend schrijven of door rechtstreekse overhandiging tegen ontvangstbewijs (omzendbrief over strijd tegen schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen van 6 september 2013).

In totaal kan de overheid je huwelijk dus maximum 5 maanden uitstellen. Neemt de ambtenaar geen enkele beslissing binnen de termijn van maximum 2 maanden, eventueel verlengd met 3 maanden? Dan moet hij het huwelijk onmiddellijk voltrekken. Zelfs als intussen de termijn van 6 maanden na de huwelijksaangifte verstreken is.

Er wordt soms al een onderzoek naar schijnhuwelijk opgestart nog vóór je een huwelijksaangifte doet. Meestal gebeurt dat nadat jij of je toekomstige echtgenoot inlichtingen vraagt aan de burgerlijke stand over welke documenten jullie nodig hebben om te kunnen huwen. Een dergelijk vroegtijdig onderzoek is betwistbaar, aangezien het koppel nog geen formele vraag om te huwen ingediend heeft in de vorm van een huwelijksaangifte (artikel 63 BW). Het is ook een omzeiling van de wettelijke onderzoekstermijnen (artikel 167 BW).

Verschillende steden en gemeenten (onder andere Antwerpen, Gent, Kortrijk en Mechelen) richtten eencel schijnhuwelijken op. Zo'n cel onderzoekt, op vraag van de ambtenaar van de burgerlijke stand, huwelijksaangiften waarbij één van de partijen niet over een (permanent) verblijfsstatuut beschikt. Ze interviewt de betrokkenen afzonderlijk en toetst de verklaringen aan elkaar af. Als er aanwijzingen zijn dat het om een schijnhuwelijk gaat, geeft de cel de ambtenaar van de burgerlijke stand een advies in die zin.  

Weigering om het huwelijk te voltrekken

Als het parket een negatief advies geeft en/of er voldoende aanwijzingen zijn dat het om een schijnhuwelijk gaat, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand weigeren het huwelijk te voltrekken met een gemotiveerde weigeringsbeslissing. Die beslissing wordt ter kennis gebracht van de partijen, DVZ en het parket. Je kan in beroep gaan tegen de weigering binnen een maand na de kennisgeving.

De ambtenaar moet een gemotiveerde weigeringsbeslissing nemen en die onmiddellijk ter kennis brengen van het koppel. De kennisgeving gebeurt met een aangetekend schrijven of door rechtstreekse overhandiging tegen ontvangstbewijs, en moet je beroepsmogelijkheden vermelden (omzendbrief over strijd tegen schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen van 6 september 2013). Tegelijkertijd stuurt de ambtenaar een kopie van de weigeringsbeslissing naar het parket en Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). DVZ bewaart die informatie in het administratief dossier van de betrokken vreemdeling. Wanneer dezelfde vreemdeling een nieuwe huwelijksaangifte doet (eventueel in een andere gemeente, al dan niet met een andere partner), zal DVZ de informatie doorgeven aan de betrokken ambtenaar van de burgerlijke stand (zie omzendbrief van 17 september 2013, BS 23 september 2013).

Je kan beroep aantekenen tegen de weigeringsbeslissing bij de familierechtbank, zetelend zoals in kort geding. Dat moet binnen een maand na de kennisgeving van de weigeringsbeslissing. 

Een procedure 'zoals in kort geding' betekent dat de pleegvormen van het kort geding gebruikt worden, terwijl het toch om een procedure ten gronde gaat. Er wordt dus geen voorlopig oordeel uitgesproken, maar wel degelijk een vonnis ten gronde. Partijen moeten ook geen hoogdringendheid aantonen.

Opgelet. De procedure neemt enige tijd in beslag. Omdat het huwelijk gesloten moet worden binnen 6 maanden en 2 weken na de huwelijksaangifte, is het belangrijk dat je aan de rechtbank expliciet de verlenging vraagt van de termijn van 6 maanden (artikel 165 in fine BW).

Tegen een negatieve beslissing van de familierechtbank kan je beroep aantekenen bij het hof van beroep. Bij een positieve beslissing zal de rechtbank de ambtenaar van de burgerlijke stand bevelen het huwelijk te voltrekken.

Gegevensuitwisseling via het Rijksregister

In de strijd tegen schijnhuwelijken is de ambtenaar van de burgerlijke stand verplicht een aantal gegevens over je (voorgenomen) huwelijk op te nemen in het Rijksregister. Op die manier wil de wetgever enerzijds 'shopping' van malafide koppels in verschillende gemeenten tegengaan en anderzijds de uitwisseling van gegevens tussen ambtenaren van de burgerlijke stand vergemakkelijken.

  • De afgifte van het ontvangstbericht dat je krijgt nadat je alle documenten overhandigde die nodig zijn voor de huwelijksaangifte. Het ontvangstbericht wordt alleen in het Rijksregister vermeld als jij of je partner een verblijfsrechtelijk voordeel kan bekomen door het huwelijk.
  • De weigering van de opmaak van de huwelijksaangifte, omdat de ambtenaar van de burgerlijke stand twijfels heeft over de echtheid of geldigheid van de overgelegde documenten.
  • De beslissing van de ambtenaar om de voltrekking van het huwelijk uit te stellen, omwille van een ernstig vermoeden van schijnhuwelijk.
  • De weigering om het huwelijk te voltrekken omdat de ambtenaar van de burgerlijke stand van oordeel is dat het gaat om een schijnhuwelijk.

De gegevens worden gewist in de volgende gevallen: 

  • 5 jaar na de datum waarop de ambtenaar van de burgerlijke stand je in kennis stelde van zijn weigeringsbeslissing om de akte van huwelijksaangifte op te maken
  • 5 jaar na de kennisgeving van zijn beslissing om jullie huwelijk niet te voltrekken
  • onmiddellijk na de voltrekking van je huwelijk

Verblijft één van de partners illegaal in België zonder registratie in het Rijksregister? Dan zal de ambtenaar die partner eerst inschrijven in het wachtregister van de gemeente. Je zal pas geschrapt worden uit het wachtregister na dezelfde periode en volgens dezelfde modaliteiten zoals hierboven vermeld. Alleen je naam, voornaam, geslacht, geboorteplaats en -datum blijven vermeld in het wachtregister.

Controle op schijnhuwelijk bij buitenlandse huwelijken

Als je in het buitenland huwt, kan je ook te maken krijgen met een onderzoek schijnhuwelijk.

Als je als Belg wil huwen in het buitenland, kan het zijn dat de buitenlandse overheid vraagt dat je een attest van geen huwelijksbeletsel voorlegt. Dat attest vraag je aan het Belgisch consulaat in het land waar je zal huwen. Het hoofd van het consulaat kan dan een attest van geen huwelijksbeletsel afgeven als uit onderzoek blijkt dat je effectief voldoet aan de hoedanigheden en voorwaarden om een huwelijk te mogen aangaan en er naar Belgisch recht geen wettelijk bezwaar is tegen het huwelijk. Dat betekent dat er ook moet worden onderzocht of er is voldaan aan artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek. Als er sprake zou zijn van een schijnhuwelijk, zal je geen attest van geen huwelijksbeletsel krijgen.

Als je niet voldoet aan die hoedanigheden en voorwaarden of als het hoofd van het consulaat ernstige twijfels hierover heeft, maakt hij de aanvraag over aan het bevoegde parket. Het parket heeft dan drie maanden (te verlengen met maximum twee maanden) om zich te verzetten tegen de uitreiking van dat attest. Tegen een gemotiveerd verzet van het parket, kan je beroep aantekenen bij de rechtbank van eerste aanleg binnen de maand na de kennisgeving van het verzet.

Als het parket zich niet binnen de termijn verzet, moet het consulaat een attest van geen huwelijksbeletsel uitreiken. 

Als je een attest van geen huwelijksbeletsel kreeg, zal er naar aanleiding van een onderzoek van een aanvraag tot gezinshereniging, in principe geen nieuw onderzoek gebeuren, tenzij er zich nieuwe elementen voordoen.

Als je in het buitenland bent gehuwd, zal je je buitenlandse huwelijksakte ter erkenning moeten voorleggen aan de ambtenaar van burgerlijke stand en de Dienst Vreemdelingenzaken opdat je huwelijk ook geldig is in België. Het onderzoek naar schijnhuwelijk zal gebeuren door de ambtenaar van burgerlijke stand op het moment dat je vraagt om het huwelijk in het rijksregister in te schrijven en de Dienst Vreemdelingen als je buitenlandse partner een visum of verblijfsrecht aanvraagt op basis van het buitenlandse huwelijk. 

> Lees meer over de erkenning van een buitenlands huwelijk.